Foto's in het donker maken
De flitssterkte regelen
Bij het instellen van de flitseroptie kunt u tevens de
flitssterkte regelen.
1
Druk in de opnamemodus op [MENU].
2
Selecteer Opname 2 (
3
Druk op de [Fn]-knop wanneer u het
gewenste item hebt geselecteerd.
57
4
Pas de flitssterkte aan met behulp van
het instelwiel of [
•
) → Flitser.
2
/
].
Hiermee kunt u de flitssterkte met ±2
stops aanpassen.
Belichtingswaarde flitser
1
Vorige
Reset
MENU
De mate van
aanpassing
van de
flitssterkte
•
Wanneer het onderwerp te dichtbij is, de ISO-
waarde te hoog is of de belichtingswaarde te
groot of te klein is, zal het aanpassen van de
flitssterkte weinig effect hebben.
•
Bij bepaalde opnamemodi is het niet mogelijk
om de flitssterkte te regelen.
•
Wanneer de flitssterkte door een externe flitser
wordt geregeld, wordt de belichtingswaarde
van de externe flitser gebruikt wanneer deze
aan de camera wordt gekoppeld.
•
Als bij gebruik van de ingebouwde flitser
het onderwerp zich erg dicht bij de camera
bevindt, kan een deel van de foto donker
worden doordat het objectief het flitslicht
blokkeert. Controleer vooraf de benodigde
afstand tussen camera en onderwerp. De
minimumafstand voor flitslicht kan per objectief
verschillen.
•
Wanneer de zonnekap wordt geïnstalleerd,
kan het licht van de ingebouwde flitser door
de kap worden tegengehouden. Verwijder de
zonnekap wanneer u de ingebouwde flitser
gebruikt.