Diafragmawaardeprioriteit, sluiterprioriteit of de
handmatige modus gebruiken
Wanneer u met behulp van de Diafragmawaarde de sluitertijd en de hoeveelheid binnenvallend licht regelt, kunt u
foto's met de gewenste belichting maken.
In de volgende opnamemodi kunt u het Diafragmawaarde en de sluitertijd regelen: Diafragmawaardeprioriteit,
sluiterprioriteit en handmatige modus.
Diafragmawaardeprioriteit
gebruiken
In de Diafragmawaardeprioriteitmodus kunt u
handmatig de Diafragmawaarde instellen terwijl de
camera automatisch een geschikte sluitertijd kiest.
41
1
Zet de modusdraaiknop op A.
2
Draai aan het instelwiel om de
diafagmawaarde in te stellen.
14
RGB
3
Stel opties in.
•
4
Kadreer het onderwerp en druk [Sluiter]
half in om scherp te stellen.
5
Druk [Sluiter] volledig in om de opname
te starten.
M
SF
ISO
OIS
-
+
A
3
2
1
0
1
2
3
20 F3.5
0001
F4
Voor een lijst met opties, zie
"Uitgebreide opnamefuncties".(pag. 50)
Diafragmawaarde
De Diafragmawaardeopening van een objectief
kan worden ingesteld om zo de hoeveelheid licht
die de beeldsensor bereikt te regelen. Wanneer
het Diafragmawaarde verder wordt geopend
(lagere Diafragmawaarde) zullen objecten die
dichter bij de lens staan en objecten die verder
van het scherpgestelde punt af staan, onscherp
worden. Wordt het Diafragmawaarde juist verder
gesloten (hogere Diafragmawaarde), dan zal het
scherpstelbereik zich verder naar voren en achteren
uitstrekken.
▲ Hogere
▲ Lagere
Diafragmawaarde
(kleine lensopening)
Diafragmawaarde
(grote lensopening)