In de volgende situaties kan een foto onscherp
worden doordat het moeilijk is om het onderwerp
scherp te krijgen.
•
Bij gebrek aan kleurcontrast (bijvoorbeeld als de kleren van
het onderwerp eenzelfde kleur hebben als de achtergrond)
•
Bij sterk tegenlicht achter het onderwerp
•
Bij sterke lichtreflectie vanaf het onderwerp
•
Bij een horizontaal streeppatroon, zoals luxaflex
•
Wanneer het onderwerp zich niet midden in het beeld bevindt
•
In het geval van een platte witte muur die geen specifiek patroon bevat.
•
In het geval van een snel bewegend onderwerp.
•
Wanneer het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt
33
Probeer eens gebruik te maken van de
scherpstelvergrendeling.
Kies een punt waarop gemakkelijk kan worden scherpgesteld
en stel daarop scherp door de sluiterknop half in te drukken.
Houd vervolgens [Sluiter] half ingedrukt en beweeg de
camera naar een gewenste compositie. Blijf de sluiterknop
half ingedrukt houden totdat u daadwerkelijk de foto neemt.
Tijdens het half ingedrukt houden van de sluiterknop, kunt u
op de [AEL]-knop op de camera drukken om gelijktijdig de
belichting en scherpstelling vast te zetten. Druk nogmaals op de
[AEL]-knop om deze functie weer uit te schakelen. (pag. 77)
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is
Handmatige scherpstelling gebruiken
Wanneer de automatische scherpstelling door
omstandigheden niet goed werkt, kan er handmatig
worden scherpgesteld door de scherpstelmethode op
MF te zetten.
Als de scherpstelmethode voor de lens is ingesteld op
Manual Focus (Handmatige focus of MF), helpt deze
functie bij het scherpstellen van het onderwerp door
automatisch het scherm uit te schuiven.Met behulp
van de vergroting kan het beeld nauwkeuriger worden
scherpgesteld.(pag. 63)
•
Met behulp van het controleniveau van [AF/
MF] kan de scherpstelling handmatig worden
aangepast.
•
Als het objectief geen AF/MF-schakelaar heeft,
kunt u de optie Handm. scherpte (MF) in het
AF-modusmenu instellen.
•
Welke opties beschikbaar zijn, kan per
objectief verschillen.
•
Wanneer u de scherpstelling handmatig
regelt, kan de foto onscherp worden als er niet
nauwkeurig is scherpgesteld. Neem pas een
foto nadat er nauwkeurig is scherpgesteld.
•
When Bij gebruik van handmatige scherpstelling
is het AF-gebied niet beschikbaar.
•
In de filmopnamemodus kunt u het beeld niet
scherpstellen met de vergroting.