5 BEDIENING
5.2
Las- en aardkabels aansluiten
De stroombron heeft twee uitgangen, een positieve (+) en een negatieve (-) lasaansluiting, voor het
aansluiten van las- en aardkabels. De uitgang voor het aansluiten van de laskabel hangt af van de
lasmethode of het type elektrode.
De aardkabel wordt op de andere uitgang van de stroombron aangesloten. Bevestig de contactklem
van de aardkabel aan het werkstuk en zorg voor een goed contact tussen het werkstuk en de uitgang
voor de aardkabel op de stroombron.
•
Bij TIG-lassen wordt de negatieve lasaansluiting (-) gebruikt voor de lastoorts en de
positieve lasaansluiting (+) voor de aardingskabel.
•
Bij MMA-lassen kan de laskabel worden aangesloten op de positieve (+) of de
negatieve (-) lasaansluiting, afhankelijk van het gebruikte type elektrode. De
aansluitpolariteit is aangegeven op de verpakking van de elektroden.
5.3
Aansluiten op koeler EC 1001
LET OP!
Zorg ervoor dat de interfacekabel niet bekneld raakt tussen de stroombron en de koeleenheid!
LET OP!
De voeding van de koeleenheid vindt plaats vanaf de lasstroombron via de aansluitkabel (zie
de instructiehandleiding van de koeleenheid voor meer informatie).
5.4
Ventilatorregeling
De ET 210iP Advanced is uitgevoerd met een ventilator als extra functie. Wanneer de koelventilator
niet in gebruik is, wordt de ventilator automatisch uitgeschakeld.
Dit heeft twee voordelen:
0463 859 001
- 17 -
© ESAB AB 2023