6.8.5
De waterleidingen isoleren
De waterleiding buiten MOET worden geïsoleerd om condensatie
tijdens het koelen en een afname van de verwarmings- en
koelcapaciteit te voorkomen.
Zie
"5.4.2 Vereisten voor de watercircuits" op pagina 20
informatie.
6.9
De elektrische bedrading
aansluiten
6.9.1
Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten
van elektrische bedrading
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Alle lokale bedrading en componenten moeten worden
geïnstalleerd door een erkend elektricien en moeten
voldoen aan de geldende wetgeving.
WAARSCHUWING
In de vaste bedrading moet een hoofdschakelaar of een
ander middel om uit te schakelen worden voorzien als dit
nog NIET in de fabriek werd voorzien; deze schakelaar
MOET worden geïnstalleerd in de vaste bedrading en dient
het contact van alle polen volledig te verbreken en te
voldoen aan de vereisten van de overspanning-categorie-
III-specificatie wanneer hij open staat.
WAARSCHUWING
▪ Gebruik ALLEEN koperdraden.
▪ Controleer of de lokale bedrading voldoet aan de
geldende wetgeving.
▪ Alle lokale bedradingen dienen conform het met het
product meegeleverd bedradingsschema uitgevoerd te
worden.
▪ Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en controleer
of ze niet met leidingen of scherpe randen in contact
(kunnen) komen. Controleer of geen externe druk op
de klemaansluitingen wordt uitgeoefend.
▪ Vergeet niet aarddraden te leggen. Aard de unit NIET
via een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of de
aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kan
elektrische schokken veroorzaken.
▪ Gebruik hiervoor een aparte voedingskring. Gebruik
NOOIT een elektrische voeding die met een ander
toestel gedeeld wordt.
▪ Installeer
zeker
stroomonderbrekers.
▪ Plaats zeker een aardlekschakelaar. Als u dit niet doet,
kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
▪ Wanneer u de aardlekbeveiliging plaatst, controleer of
deze met de inverter compatibel is (bestand tegen
hoogfrequente
elektrische
aardlekbeveiliging zich niet onnodig opent.
Leg de stroomtoevoerkabels op minstens 1 m afstand van
televisietoestellen en radio's om geen interferenties te hebben.
Afhankelijk van de radiogolven volstaat een afstand van 1 m soms
niet.
RWEYQ8~14T9V1B + RWEYQ8~14T9Y1B
Watergekoelde VRV IV-systeem airconditioner
4P452191-1 – 2017.04
voor meer
de
vereiste
zekeringen
ruis),
zodat
de
WAARSCHUWING
▪ Controleer na het beëindigen van de elektriciteit of alle
elektrische onderdelen en aansluitklemmen in de
elektriciteitskast veilig zijn aangesloten.
▪ Controleer of alle deksels dicht zijn vooraleer de unit
aan te zetten.
OPMERKING
Zet de unit NIET aan vooraleer de koelmiddelleiding
voltooid is. Als de unit in bedrijf wordt gesteld voordat de
leidingen gereed zijn, dan zal de compressor stukgaan.
OPMERKING
Bij een ontbrekende of verkeerde N-fase in de voeding, zal
het systeem niet werken.
OPMERKING
Installeer
GEEN
deze
unit
fasecompensatiecondensator vermindert de prestaties en
kan ongevallen veroorzaken.
OPMERKING
Verwijder NOOIT een thermistor, sensor, enz. wanneer u
de voedingsbedrading en transmissiebedrading aansluit.
(Als u de unit zonder thermistor, sensor, enz. gebruikt, kan
de compressor defect raken.)
6.9.2
Lokale bedrading: Overzicht
In geval van warmteterugwinningsstand
a
d
b
B
i
j
c
a
Lokale voeding (met aardlekbeveiliging)
b
Hoofdschakelaar
c
Aardingsaansluiting
d
Buitenunit
e
Binnenunit
f
Gebruikersinterface
g
BS-unit
h
Keuzeschakelaar koelen/verwarmen
i
Onderbreker
j
Zekering
Voeding 3N~ 50 Hz
Voeding 1~ 50 Hz
Aardingsbedrading
of
In geval van warmtepompstand
a
d
i
c
b
h
a
b
g
c
e
h
h
f
a
Lokale voeding (met aardlekbeveiliging)
b
Hoofdschakelaar
c
Aardingsaansluiting
d
Buitenunit
e
Binnenunit
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
6 Installatie
fasecompensatiecondensator,
een
inverter
bevat.
f
c
d
d
h
g
e
e
h
h
h
h
f
f
omdat
Een
g
h
i
j
e
f
33