7.3 Opstarten
Als de bovengenoemde elektrische en mechanische controles zijn uitgevoerd, kunt u de
DC-schakelaar inschakelen en vervolgens de verschillende instellingen op het display
controleren en eventueel aanpassen.
Zorg ervoor dat de correcte veiligheidsinstellingen voor de regio zijn gekozen en schakel
vervolgens de AC-vermogensschakelaar in.
Wanneer de DC-spanning voldoende is en aan de voorwaarden voor aansluiting op het net
wordt voldaan, wordt de omvormer automatisch gestart.
Tijdens het bedrijf zijn er over het algemeen drie toestanden:
Wachten: als de DC-startspanning van de PV-strings hoger is dan de minimale
DC-ingangsspanning, maar lager dan de DC-ingangsspanning bij het opstarten, wacht de
omvormer tot DC-ingangsspanning voldoende is. Er kan nog geen stroom aan het
openbare stroomnet worden teruggeleverd.
Controle: zodra de startspanning van de PV-strings hoger is dan de DC-ingangsspanning
bij het opstarten, controleert de omvormer onmiddellijk de voorwaarden voor
teruglevering. Als tijdens de controle een probleem wordt vastgesteld, schakelt de
omvormer over naar de "Fout"-modus.
Normaal: na de controle schakelt de omvormer om naar de toestand "Normaal" en
begint hij energie terug te leveren aan het openbare stroomnet.
In tijden met weinig zoninstraling kan het gebeuren dat de omvormer voortdurend opstart
en weer afschakelt. De reden hiervoor is dat de PV-generator niet voldoende vermogen
genereert.
Als deze fout vaak optreedt, neem dan contact op met de technische service.
Snelle probleemoplossing
Als de omvormer zich in de "Fout"-modus bevindt, raadpleeg dan hoofdstuk 11,
"Zoeken naar fouten".
Installatie- en bedieningshandleiding V02
44