5.4.3 Tweede aardleiding aansluiten
Als de plaatselijke richtlijnen voorschrijven dat aanvullende aarding of
potentiaalvereffening vereist is, kunt u de aanvullende aarding op de omvormer
aansluiten. Dit voorkomt aanraakstroom wanneer de aardleiding op de aansluitklem
voor de AC-kabel niet werkt.
Procedure:
1. Steek de aardleiding in de passende kabelschoen en krimp het contact.
2. Lijn de kabelschoen uit met de aardleiding en de aardingsschijf op de schroef. De
tanden van de aardingsschijf moeten in de richting van de behuizing wijzen.
3. Draai deze stevig in de behuizing (type schroevendraaier: T25, koppel: 2,2 Nm).
Informatie over onderdelen voor aarding:
Onderde
el
1
2
3
4
Installatie- en bedieningshandleiding V02
1
2
3
Omschrijving
Behuizing
Aardingsschijf
Kabelschoen (M5) met aardleiding
M5-pancilinderschroef
4
22