D
Druk op [Wijzigen] voor [Prefix].
E
Voer de prefix in met behulp van
de cijfertoetsen en druk op [OK].
Opmerking
❒ Om de bestaande prefix te wijzi-
gen, drukt u op [Wissen] en voert
u de nieuwe prefix in.
❒ Voor documenten die worden ver-
zonden via een gateway naar G3-
fax kunnen prefixen worden ge-
bruikt. Als de eerste cijfers van het
IP-faxnummer en de prefix van de
gateway identiek zijn, kunnen do-
cumenten worden verzonden via
de geregistreerde cijfers van de ga-
teway. Als bijvoorbeeld 03 en 04
zijn geregistreerd als gateway-
nummer terwijl 0312345678 even-
eens is opgegeven, kunnen docu-
menten worden verzonden via
een gateway waarvoor 03 als pre-
fix wordt gebruikt.
❒ Als u de gateways onafhankelijk
van de nummers van de IP-Faxbe-
stemming wilt gebruiken dan re-
gistreert u de gateway-adressen
zonder de prefix te registreren.
Toegang tot Gebruikersinstellingen (Faxfuncties)
F
Selecteer een protocol.
G
Druk op [Wijzigen] voor Gateway-
adres.
H
Voer het gateway-adres in en
druk op [OK].
Het display keert terug naar stap
G
.
I
Druk op [OK].
8
163