Omgevingen en situaties waar kans bestaat op
ontploffingen zijn niet altijd duidelijk aangegeven. Hiertoe
behoren o.a. het benedendek van schepen, plaatsen waar
overslag en opslag van chemicaliën plaatsvindt,
voertuigen die rijden op LPG, plaatsen waar chemicaliën of
kleine deeltjes in de lucht zitten, bijvoorbeeld graan, stof
of metaalpoeder, en ieder ander gebied waar u
normaalgesproken de motor van uw auto uit zou moeten
zetten.
Noodoproepen
Deze telefoon maakt gebruik van radiosignalen, mobiele
en vaste netwerken en voorgeprogrammeerde functies,
waarbij er geen garantie is dat er onder alle
omstandigheden verbinding mogelijk is. Vertrouw daarom
in een noodgeval (bijvoorbeeld voor medische assistentie)
nooit alleen op uw mobiele telefoon.
Om te bellen of gebeld te kunnen worden, moet uw
telefoon zijn ingeschakeld in een omgeving met voldoende
signaalsterkte van een netwerk voor mobiele telefonie.
Telefoneren in geval van nood is niet altijd mogelijk binnen
alle mobiele netwerken of als bepaalde netwerkdiensten
en functies van de telefoon in gebruik zijn. Ga dit
eventueel na bij uw provider.
Alarmnummer bellen:
1. Zet de telefoon aan.
2. Geef het alarmnummer in (112 of een ander officieel
alarmnummer). Alarmnummers kunnen per land
verschillen.
3. Druk op [
].
Misschien moet u bepaalde functies, zoals blokkeren van
oproepen, uitschakelen voordat u kunt bellen. Raadpleeg
daarvoor deze gebruiksaanwijzing of neem contact op met
uw provider.
Overige belangrijke veiligheidsinformatie
•
Alleen gekwalificeerde technici mogen de telefoon in
een voertuig installeren of repareren. Onjuiste
installatie of onderhoud kan gevaar opleveren en ertoe
leiden dat de garantie op uw telefoon vervalt.
•
Controleer ingebouwde telefoonapparatuur regelmatig
op correcte montage en werking.
•
Bewaar of vervoer licht ontvlambare vloeistoffen,
gassen en ander brandbaar of explosief materiaal niet
samen met de telefoon, onderdelen ervan of
accessoires.
75