IN S T A LLA TIE H A N DLE ID IN G
5.11 Afstellen toestel
Het toestel dient zo afgesteld te worden dat het goed functioneert in combinatie met het concentrische systeem.
Daartoe wordt eventueel een restrictieschuif geplaatst en/of wordt de luchtinlaatgeleider verwijderd.
De voorwaarden voor toepassing met geveldoorvoer en voor toepassing met dakdoorvoer in paragraaf 5.8.
5.11.1 Restrictieschuif (R)
De restrictieschuif (R) is los meegeleverd.
Deze wordt als volgt geplaatst (zie Bijlage 3, afb. 17):
Ø
Plaats de restrictieschuif.
Ø
Stel de afstand van de restrictie in met de bijgeleverde mal (zie Bijlage 3, afb. 18).
Ø
Zet de restrictieschuif vast m.b.v. de parker (U).
5.11.2 Luchtinlaatgeleider (L)
De luchtinlaatgeleider (L) bevindt zich aan de achterkant van de bak (M) rondom de brander.
Ga bij het verwijderen als volgt te werk (zie Bijlage 3, afb. 19):
Ø
Neem de bak rondom de brander uit het toestel.
Ø
Draai de parkers (N) los en verwijder deze.
Ø
Verwijder de luchtinlaatgeleider.
Ø
Plaats de bak rondom de brander terug in het toestel.
13