INLEIDING
• Zorg bij het monteren van de aansluitingen dat de af-
dichtingen correct worden geplaatst om lekkage van
gas of water te vermijden.
• Deze ketel heeft metalen onderdelen (componenten).
Wees voorzichtig wanneer u omgaat met het apparaat
of het schoonmaakt, en let in het bijzonder op voor
randen.
Neem de fundamentele veiligheidsvoorschriften in acht
voordat u begint aan onderhoud of reserveonderdelen
vervangt:
• Zet het apparaat uit.
• Sluit het apparaat af van de stroomtoevoer.
• Draai de gaskraan voor het gas dicht.
• Sluit het apparaat af van het hydraulisch systeem met
de afsluitventielen indien die aanwezig zijn.
• Tap het apparaat af als u hydraulische componenten
moet vervangen.
• Bescherm alle elektrische componenten tegen water
terwijl u aan het apparaat werkt.
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
• Gebruik uitsluitend nieuwe O-ringen en pakkingen.
• Controleer nadat u klaar bent met onderhoud aan gas-
of wateronderdelen of deze goed vastzitten.
• Voer nadat het werk aan het apparaat is voltooid een
bedrijfstest uit en controleer op veilige werking.
3.2
Plaatsing en instelling
Plaatsing, instelwerkzaamheden, onderhoud en repara-
tie van het toestel mogen alleen worden uitgevoerd
door een erkend installateur.
a
Attentie!
Gebruik bij het vast- of losdraaien van schroef-
verbindingen altijd passende steeksleutels
(geen buistangen, verlengingen enz.).
Ondeskundig gebruik en/of ongeschikt gereed-
schap kan schade veroorzaken (bv. gas- of wa-
terlekkages)!
- 6 -
3.3
Wijzigingen in de omgeving van het
CV-toestel
Aan de volgende inrichtingen mogen geen wijzigingen
worden uitgevoerd:
– aan het CV-toestel
– aan de leidingen voor gas, verbrandingslucht, water
en stroom – aan de rookgasafvoerleiding
– aan de afvoerleiding en aan het veiligheidsventiel voor
het verwarmingswater
– aan bouwconstructies die de gebruiksveiligheid van
het toestel kunnen beïnvloeden
3.4
Belangrijke aanwijzingen voor
propaantoestellen
Ontluchting van de tank voor vloeibaar gas bij installatie
van een nieuwe installatie:
Verzeker u ervan dat de gastank ontlucht is voordat u
het toestel installeert. De leverancier van het vloeibare
gas is verantwoordelijk voor een correcte ontluchting
van de tank. Als de tank slecht is ontlucht kunnen er
problemen bij de ontsteking ontstaan. Neem in dit geval
eerst contact op met degene die de tank heeft gevuld.
h
Aanwijzing!
Neem ook goed nota van de aanwijzingen voor
omschakeling naar vloeibaar gas in hfdst. 8.2
van deze handleiding.
Installatie onder het maaiveld
Bij de installatie in vertrekken onder het maaiveld die-
nen de nationale voorschriften in acht te worden geno-
men. Wij adviseren het gebruik van een externe mag-
neetklep (zelf te monteren). Deze kunt u zoals beschre-
ven in hfdst. 5.9.3 direct op de printplaat of via de extra
module "2 uit 7" aansluiten.
Tanksticker aanbrengen
Plak de meegeleverde tanksticker (propaankwaliteit)
goed zichtbaar op de tank resp. de flessenkast, zo dicht
mogelijk bij de vulnippel.
a
Attentie!
Ontstekings- en verbrandingsgeluiden alsmede
uitschakelen door storing door verkeerde gas-
soort!
Gebruik uitsluitend propaan G31.
0020076206_03 - 10/09 - AWB