ONDERHOUD
ONDERHOUD
8
Inspectie en onderhoud
8.1
Inspectie- en onderhoudsintervallen
Om te waarborgen dat een toestel normaal kan en blijft
functioneren, heeft elk toestel na een bepaalde bedrijfs-
tijd inspectie en onderhoud nodig.
Regelmatig onderhoud vermindert de kans op storingen
en verlengt de levensduur van het toestel, verhoogt de
betrouwbaarheid en reduceert het energieverbruik en
milieuvervuiling. Wij adviseren om jaarlijks uw cv-ketel
te laten onderhouden door een erkend installatie-, on-
derhoud- of servicebedrijf.
Hiervoor adviseren wij u een onderhoudscontract af te
sluiten.
Gevaar!
d
Voer nooit zelf onderhoud of reparaties uit aan
een toestel. Onderhoud en reparaties dienen
uitgevoerd te worden door een erkend installa-
teur. Ondeskundig onderhoud of reparatie kan
schade aan toestel en personen tot gevolg heb-
ben.
8.2
Algemene inspectie- en onderhoudsaanwijzingen
Om alle functies van het toestel voor lange duur te ga-
randeren en om de toegestane serietoestand niet te
veranderen, mogen bij inspecties, onderhoudswerk-
zaamheden en reparaties alleen originele AWB onderde-
len gebruikt worden!
Een opsomming van eventueel benodigde reserveonder-
delen vindt u in de geldige AWB onderdelencatalogi. In-
lichtingen kunt u krijgen bij alle AWB servicewerkplaat-
sen.
Veiligheidsaanwijzingen
h
Aanwijzing!
Als inspectie- en onderhoudswerkzaamheden bij
ingeschakelde aan/uit-schakelaar nodig zijn,
dan wordt daar bij de beschrijving van de werk-
zaamheden op gewezen.
e
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok!
Op de voedingsklemmen van het toestel staat
ook bij uitgeschakelde aan/uit-schakelaar elek-
trische spanning.
- 30 -
Neem voor de onderhoudswerkzaamheden altijd de vol-
gende stappen.
• Schakel de aan/uit-schakelaar uit.
• Verbreek de verbinding van het toestel met het elektri-
citeitsnet door de stekker uit de wandcontactdoos te
trekken of het toestel via een scheidingsinrichting met
een contactopening van ten minste 3 mm (b.v. zekerin-
gen of contactverbrekers) spanningsvrij te maken.
• Sluit de gaskraan.
• Sluit de onderhoudskranen in de CV-aanvoer- en -re-
tourleiding.
• Neem de frontmantel van het toestel weg.
Neem na afsluiting van de onderhoudswerkzaamheden
altijd de volgende stappen:
• Open de onderhoudskranen in de CV-aanvoer- en -re-
tourleiding.
• Vul indien nodig het toestel weer bij tot een druk tus-
sen 1,0 en 2,0 bar en ontlucht de CV-installatie (zie
hfdst. 6.1.2, Toestel vullen en het testprogramma P.0
gebruiken).
• Open de gaskraan.
• Verbind het toestel weer met het elektriciteitsnet en
schakel de aan/uit-schakelaar in.
• Controleer of het toestel gas of water lekt.
• Vul en ontlucht indien nodig de CV-installatie nog een
keer.
• Breng de frontmantel van het toestel aan.
• Voer een functiecontrole van het toestel uit.
0020076206_03 - 10/09 - AWB