Kruislings gevouwen, waarbij de vouwen parallel zijn aan de afdrukrichting
●
Vouwstijlen worden meestal gebaseerd op de DIN B- of DIN C-stijl:
DIN B
De bovenste en onderste vouwen bevinden zich steeds tegenover elkaar. Als u dit wilt, selecteert u hieronder
een vouwstijl met een sterretje, omdat deze zijn gebaseerd op de DIN B-stijl. Alle vouwstijlen die een vuloptie
(etiket- of inbindmarge) bevatten, moeten deze configuratie volgen. Er zijn compensatievouwen in vele formaten
vereist omdat het uiteinde van de laatste pagina zich in een bepaalde positie moet bevinden voor de inbindoptie
(hangstrook/inbindmarge). Omdat deze pakketten meer ongelijk verdeelde plooien hebben, zijn ze aan een zijde
vaak dikker waardoor ze kunnen omvallen wanneer ze op elkaar worden gestapeld. Bovendien wordt de stapel
ook groter.
DIN C
De bovenste en onderste vouwen bevinden zich niet noodzakelijkerwijs tegenover elkaar. Er zijn geen
compensatievouwen, wat betekent dat u een dunnere en rechte stapel verkrijgt wanneer u veel afdrukken
plot en deze op één stapel bewaart, hetzij in plastic hoezen of in enveloppen/mappen.
DIN
DIN A 190+20 × 297 mm (met bindrand)*
●
190 mm breed, 20 mm marge, 297 mm hoogte
DIN B 210 × 297 mm (achterpaneel afgedekt)*
●
210 mm breed, hoogte 297 mm
178
Hoofdstuk 9 Verzamelen en afwerken