BIJLAGEN
BIJLAGE B. PARTITIONERING
Het bedieningspaneel omvat een optionele partitiefunctie. De partitiefunctie kan alleen door de installateur
worden geactiveerd. Zzodra het partioneren is ingeschakeld, worden er partitiemenu's aan het systeem
toegevoegd en kunnen ze op het LCD-scherm van het controlepaneel worden bekeken. De partitiefunctie stelt u
in staat om het systeem in drie onafhankelijk controleerbare gebieden te verdelen en aan elke partitie
verschillende gebruikers toe te wijzen. Elke gebruiker kan de partitie waaraan hij toegewezen is inschakelen.
Elke gebruiker kan een combinatie van de drie partities toegewezen krijgen en de partities kunnen onafhankelijk
van de status van de overige partities in- en uitgeschakeld worden. U kunt bijvoorbeeld de garage definiëren als
partitie 1, de kelder als partitie 2 en het huis als partitie 3. Omdat elke partitie onafhankelijk is van de andere
partities, kunt u elke partitie naar wens ın- of uitschakelen zonder de status van de andere partities te wijzigen.
Het systeem kent ook gemeenschappelijke zones, waarbij een ruimte door twee aparte partities gebruikt wordt.
Bijvoorbeeld:een gang die door twee kantoren, elk toegewezen aan verschillende partities, wordt gedeeld, zal
pas worden ingeschakeld als beide kantoren (partities) zijn ingeschakeld. De ingeschakelde gangzal pas
worden uitgeschakeld nadat één van de kantoren (partities) uitgeschakeld wordt, zodat de gebruiker de gang
kan gebruiken zonder een alarm te genereren. Een dergelijk gebied wordt ook wel "gemeenschappelijke ruimte"
genoemd.
Opmerking: Bediening op afstand wordt per partitie geregeld of per gebruikerscode voor een bepaalde partitie
gedefinieerde gebruikerscode, wanneer partities zijn ingeschakeld.
B1. Een partitie selecteren
Bij het werken in de partitie modus, zal het eerste scherm tonen:
P1: R P2: N P3: R
Druk op
; het scherm toont:
KIES PARTITIE
Druk op
,
, en
Opmerking: Na vijf seconden zonder op een toets te drukken, springt het systeem automatisch terug naar het
scherm met alle partities.
B2. Het systeem in/uitschakelen
Controleer eerst of de partitiefunctie via het installatiemenu ingeschakeld is.
IN-/UITSCHAKEL. alle partities
Om alle partities in de GEREED modus in/uit te schakelen, drukt u op de toets
IN-/UITSCHAKEL. van een enkele partitie
Om een enkele partitie in/uit te schakelen, drukt u op de
nummer van de partitie: 1, 2 of 3. Druk daarna op de
B3. Toon statusfunctie
De "toon status" functie laat de relevante informatie voor een enkele of alle partities zien.
Alle partities tonen
Druk vanuit de Gereed mode op
om de geheugen/status berichten te bekijken.
Een enkele partitie tonen
Druk vanuit de Gereed mode op
gewone werkmodus. Druk herhaaldelijk op
Opmerking: Na vijf seconden zonder op een toets te drukken, springt het systeem automatisch terug naar het
scherm met alle partities.
72
om de gewenste partitie te selecteren.
om de informatie van alle partities te bekijken. Druk herhaaldelijk op
en vervolgens op het partitienummer. Het systeem gaat terug naar de
om de geheugen/status berichten te bekijken.
toets van het controlepaneel en daarna op het
/
of
toets.
D-307670 PowerMaster-10/30 G2 Gebruikersgids
/
of
.