INLEIDING
• Verschillende rapportbestemmingen: Gebeurtenissen kunnen automatisch aan monitoringstations, privé
telefoons en mobiele telefoons van uw keuze worden gerapporteerd, en zelfs via SMS indien een Cellulaire
module is geïnstalleerd (zie Hoofdstuk 6. Menu's en functies).
• Selectieve rapportering: uw installateur kan bepalen welk type gebeurtenissen aan welke bestemming
kunnen worden gerapporteerd.
• Kindzender-modus: Een automatisch "kindzender" bericht wordt naar de geselecteerde telefoons gezonden
indien het systeem door een "kindzender" gebruiker (bijv. een jonger familielid) wordt uitgeschakeld. (Zie
Hoofdstuk 2.)
• Gesproken aankondigingen en instructies
hoorbaar via de ingebouwde luidsprekers (indien de stemprompts worden uitgeschakeld – zie Hoofdstuk 3).
• Uitwisseling van berichten
andere gebruikers van het systeem, die later kunnen aankomen. Na aankomst kunt u naar spraakberichten
luisteren die door anderen aan u werden meegedeeld.
• Toegang vanop afstand via de telefoon: U kunt toegang tot de PowerMaster krijgen via een telefoon op
afstand en het in- of uitschakelen of systeeminformatie ontvangen (zie Hoofdstuk 7).
• Numerieke toetsen dienen als functietoetsen: Wanneer het systeem uitgeschakeld is, worden de
numerieke toetsen gebruikt om de verschillende functies van het systeem te controleren. Een eenvoudig
pictogram op elke toets identificeert de functie van die toets.
• Ophalen van gegevens: U kunt informatie over status en storingen krijgen en opgeslagen
alarmgebeurtenissen raadplegen (zie Hoofdstuk 5).
• Event log: Systeemgebeurtenissen worden opgeslagen in een event log dat de meest recente
gebeurtenissen opslaat, elk voorzien van een tag met de datum en tijd van de gebeurtenis. U hebt toegang tot
dit log en u kunt indien nodig de voorbije gebeurtenissen bekijken, zoals bijv.na een inbraak (zie Hoofdstuk
10. Onderhoud).
• Zorgen voor oudere, lichamelijk gehandicapte en invalide personen: Het systeem kan worden
geprogrammeerd om de activiteit van personen binnen een bepaalde zone te volgen en een
waarschuwingsbericht te sturen wanneer er geen beweging wordt ontdekt in die zone, gedurende een vooraf
gedefinieerde periode (Zie Hoofdstuk 6. Menu's en functies).
• Noodoproepen: Keyfobs kunnen worden gebruikt om deze functie te activeren door tegelijk op de twee
toetsen te drukken.
• Uitschakelen onder dwang: Indien een gebruiker met geweld gedwongen wordt om het systeem uit te
schakelen, kan hij een speciale code gebruiken ("Dwangcode") om het systeem zoals gewoonlijk uit te
schakelen, maar om tegelijk ook een stil alarm te zenden naar het monitoring station (zie Hoofdstuk 2. Het
PowerMaster Systeem gebruiken).
• Systeemopvolging: Alle draadloze randapparatuur binnen de beschermde locatie zenden periodiek "keep
alive"-opvolgingsberichten. Indien een dergelijk bericht te laat is, toont het scherm van de PowerMaster een
"ontbrekend" probleembericht. Uw installateur kan deze functie, indien gewenst, uitschakelen.
• Batterijopvolging: De PowerMaster volgt continu de toestand van de batterijen van de melders en de
toestellen in het systeem op en toont een "Batterij laag"-bericht telkens wanneer een batterij binnen maximaal
30 dagen moet worden vervangen. Draadloze sirenes kunnen nog altijd 2 alarmsignalen geven voor de sirene
inactief wordt.
Opmerking: Wanneer het bericht "Batterij laag" wordt ontvangen, moet de batterij binnen de 7 dagen worden
vervangen.
4
1
: Afhankelijk van de status worden vooraf opgenomen berichten
1
: Voor u de gebouwen verlaat, kunt u een kort spraakbericht opnemen voor
D-307670 PowerMaster-10/30 G2 Gebruikersgids