VOLUME
Label8
SOUND INPUT
(Geluidsinvoer)
MULTI PICTURE
AUDIO (Multibeeld
audio)
AUDIO DELAY
(Audiovertraging)
DP EDID SOUND
SELECT (DP EDID-
geluid selecteren)
MULTI PICTURE
(Meerdere beelden)
ACTIVE PICTURE
(Actief beeld)
EXPANSION
PIP LEFT/RIGHT
(PIP links/rechts)
PIP DOWN/UP
(PIP omhoog/omlaag)
PIP SIZE (PIP-formaat) Hiermee selecteert u het formaat van het beeld dat in de PIP MODE (Modus Beeld-in-
Label9
TILE MATRIX
(Tegelmatrix)
Hiermee wordt het volume geregeld van de luidsprekers of hoofdtelefoon als die in
MULTI PICTURE (Meerdere beelden) niet op OFF (Uit) is ingesteld.
Om de geluidsuitvoer te dempen, drukt u op de knop RESET.
Hiermee selecteert u de geluidsinvoerpoort als MULTI PICTURE (Meerdere beelden) niet
is ingesteld op OFF (Uit).
Er wordt een rood kader weergegeven op het geselecteerde beeld.
OPMERKING: Als DP EDID SOUND SELECT (DP EDID-geluid selecteren) is ingesteld
op OFF (Uit) , geeft het DisplayPort-signaal geen geluid weer.
Hiermee selecteert u een audiobron.
OPMERKING: Deze functie is beschikbaar wanneer MULTI PICTURE (Meerdere
beelden) is ingesteld op PIP (Picture-In-Picture; Beeld-in-beeld) of PBP (Picture-By-
Picture; Beeld-voor-beeld).
Hiermee synchroniseert u geluid en beeld, en kunt u de audio-uitvoer vertragen.
Als OFF (Uit) wordt geselecteerd, geeft het DisplayPort-signaal geen geluid weer.
U kunt OFF (Uit) selecteren, wanneer DisplayPort-signalen niet worden geoptimaliseerd
bij de native resolutie.
Hiermee selecteert u de modus MULTI PICTURE (Meerdere beelden), OFF (Uit)/PIP/
PBP (Picture by Picture, beeld voor beeld)
Hiermee selecteert u het actieve beeld als MULTI PICTURE (Meerdere beelden) niet is
ingesteld op OFF (Uit). Er wordt een wit kader weergegeven op het geselecteerde beeld.
Hiermee stelt u de zoommethode in.
FULL (Volledig): Het beeld wordt uitgebreid naar volledig scherm, ongeacht de resolutie.
ASPECT (Vaste verhouding): Het beeld wordt uitgebreid zonder dat de verhouding wordt
gewijzigd.
OFF (Uit): Het beeld wordt niet uitgebreid.
Wanneer u "PIP" selecteert in PIP MODE (Modus Beeld-in-beeld), kunt u de horizontale
positie van het PIP-weergavegebied aanpassen.
Wanneer u "PIP" selecteert in PIP MODE (Modus Beeld-in-beeld), kunt u de verticale
positie van het PIP-weergavegebied aanpassen.
beeld) word wordt ingevoegd.
Met de functie TILE MATRIX (Tegelmatrix) kunt u één beeld weergeven op meerdere
beeldschermen. Deze functie kan worden gebruikt voor maximaal 25 monitoren (5
verticaal en 5 horizontaal). Voor het gebruik van de functie TILE MATRIX (Tegelmatrix)
moet het PC-uitvoersignaal worden doorgezonden naar een distributieversterker op elke
afzonderlijke monitor.
H MONITOR: Selecteert het aantal horizontale beelden.
V MONITOR: Selecteert het aantal horizontale beelden.
MONITOR No: De positie van waaruit het scherm moet worden uitvergroot.
TILE COMP (Tegelcompositie): Werkt in combinatie met TILE MATRIX (Tegelmatrix) ter
compensatie van de breedte van de randen van de schermen om het beeld nauwkeurig
weer te geven.
Tile Comp (Tegelcompositie) met 4 monitors (in het zwarte gebied worden de
monitorbeelden weergegeven):
monitor1
monitor2
monitor3
monitor4
Tile Comp OFF (TegelComp UIT)
OPMERKING: TILE MATRIX (Tegelmatrix) functioneert alleen wanneer de PIP MODE
(PIP-modus) is uitgeschakeld.
Nederlands-24
monitor1
monitor2
monitor3
monitor4
Tile Comp ON (TegelComp AAN)