• Zet geen toestellen die open vlammen produceren op plaatsen die zich in de luchtstroom van de
unit bevinden, of onder de binnenunit. Anders kan een onvolledige verbranding ontstaan of kan de
unit zich door de hitte vervormen.
• De luchtinlaten of luchtuitlaten niet blokkeren. Een geblokkeerde luchtstroom kan verminderde
prestaties of defecten veroorzaken.
• Sta of zit niet op de buitenunit. Om niemand te verwonden, zet niets op de unit en neem het scherm
voor de ventilator niet weg.
• Plaats niets onder de binnenunit en de buitenunit dat niet vochtig mag worden. In bepaalde
omstandigheden kan vocht in de lucht condenseren en druppelen.
• Controleer na langdurig gebruik of de voet van de unit en de verbindingsstukken niet beschadigd zijn.
• Raak de luchtinlaat en de aluminiumvinnen van de buitenunit niet aan. Anders kan u zich verwonden.
• Het apparaat mag niet zonder toezicht door jonge kinderen of instabiele personen worden bediend.
• Let op dat kinderen en zorg ervoor dat ze niet met het apparaat spelen.
• Om geen gebrek aan zuurstof te hebben, verlucht voldoende de kamer als u apparaten
met een brander samen met de airconditioner gebruikt.
• Schakel de airconditioner en de onderbreker uit of trek de stekker van het snoer uit het
stopcontact.
• Sluit de airconditioner niet aan op een andere elektrische voeding dat deze die wordt
voorgeschreven, anders riskeert u problemen of brand.
• Plaats de afvoerslang op een wijze dat het water goed kan worden afgevoerd. Door een slechte
of onvolledig afvoer kunnen meubels, het gebouw, enz. vochtsporen beginnen te vertonen.
• Plaats geen voorwerpen in de directe nabijheid van de buitenunit en zorg er voor dat bladeren of
andere overblijfselen zich niet rondom het apparaat ophopen.
Bladeren trekken kleine dieren aan die in de unit kunnen binnendringen. In de unit kunnen dergelijke
dieren storingen, rook of brand veroorzaken wanneer ze in contact komen met elektrische onderdelen.
• Bedien de airconditioner niet met natte handen.
• Was de binnenunit niet met overvloedig water, gebruik alleen een iets vochtig doek.
• Zet niets neer – en zeker geen waterbevattende voorwerpen zoals vazen – op de unit.
Water kan in de unit binnendringen en elektrische isolaties beschadigen, hetgeen tot
elektrische schokken kan leiden.
Plaats van installatie.
Raadpleeg de leverancier om de airconditioner in de volgende soorten omgevingen te installeren.
• Plaatsen met een oliehoudende omgeving of waar damp of roet voorkomt.
• Zouthoudende omgeving, zoals kustgebieden.
• Plaatsen waar zwavelgas voorkomt, zoals hete bronnen.
• Plaatsen waar sneeuw de buitenunit kan blokkeren.
De afvoer van de buitenunit moet worden afgewaterd naar een plaats met een goede drainage.
Let op: het lawaai van de unit kan storend zijn voor uw buren.
Kies voor installatie een plaats zoals hieronder wordt beschreven.
• Een plaats met voldoende draagvermogen voor de unit die het werkgeluid of de werktrillingen
niet versterkt.
• Een plaats waar de uitlaatlucht van de buitenunit of het werkgeluid uw buren niet hindert.
Elektrische werkzaamheden.
• Zorg er bij de stroomvoorziening voor dat u een apart stroomcircuit gebruikt dat alleen voor
de airconditioner is bestemd.
Het systeem naar een andere plaats brengen.
• Voor het herplaatsen van de airconditioner zijn gespecialiseerde kennis en vaardigheden nodig.
Raadpleeg de leverancier als herplaatsing nodig is voor verhuizen of verbouwen.
3