Er worden geen
afstandsbedieningsignalen
weergegeven.
De gevoeligheid van de
afstandsbediening is laag.
Het contrast van het display
is vaag of is zwart.
Het display werkt onbeheerst.
Controleer opnieuw.
Controleer dit opnieuw vooraleer een reparateur te bellen.
Behuizing
De airconditioner werkt niet.
(Lampje BEDRIJF is uit.)
Koel- (verwarmings-) effect
is slecht.
De werking stopt plots.
(Bedrijfslampje knippert).
Er gebeurt iets abnormaal
terwijl het systeem werkt.
• De batterijen zijn bijna leeg en de afstandsbediening werkt
slecht. Vervang alle batterijen door nieuwe AAA-batterijen
(alkaline). Voor nadere bijzonderheden, raadpleeg "Batterijen
plaatsen" in deze handleiding. (pagina 7).
* Indien de resetknop voorzien is, druk op de resetknop na
de batterijen te hebben vervangen.
• Is er een onderbreker uitgeschakeld of een zekering
gesprongen?
• Is er een stroomstoring?
• Zijn er batterijen in de afstandsbediening geplaatst?
• Is de instelling van de timer correct?
• Zijn de luchtfilters schoon?
• Blokkeert er iets de luchtinlaat of -uitlaat van de binnen-
en de buitenunits?
• Is de temperatuur naar behoren ingesteld?
• Zijn de ramen en deuren gesloten?
• Zijn het luchtdebiet en de blaasrichting naar behoren
ingesteld?
• Zijn de luchtfilters schoon?
• Blokkeert er iets de luchtinlaat of -uitlaat van de binnen-
en de buitenunits?
Reinig de luchtfilters of verwijder wat blokkeert en draai de
onderbreker UIT. Draai deze opnieuw AAN en probeer de
airconditioner met de afstandsbediening te doen werken.
Als het lampje nog steeds flitst, bel dan de serviceleverancier
waar u de airconditioner hebt gekocht.
• Bliksem of radiogolven kunnen de werking van de
airconditioner verstoren. Draai de onderbreker UIT, draai
hem opnieuw AAN en probeer de airconditioner met de
afstandsbediening te doen werken.
Controleer
22