BEDIENING
De standen AUTO · DROGEN · KOELEN ·
VERWARMEN · VENTILATOR
De airconditioner werkt met de bedrijfsmodus
van uw keuze.
Vanaf de volgende keer werkt de airconditioner
met dezelfde bedrijfsmodus.
De werking starten
1. Druk op de knop MODE en
selecteer de gewenste stand.
• Met elke druk op de knop gaat de stand
over naar de volgende stand.
: AUTO
: DRY (Drogen)
: COOL (Koelen)
: HEAT (Verwarmen)
: FAN (Ventilator)
2. Druk op de knop ON/OFF (Aan/
Uit).
• Het bedrijfslampje gaat branden.
De werking bedrijf stoppen
3. Druk opnieuw op de knop ON/OFF (Aan/Uit).
• Het bedrijfslampje gaat uit.
De temperatuurinstelling wijzigen
4. Druk op de knop TEMPERATURE.
De stand DRY (Drogen) of FAN (Ventilator)
De temperatuurinstelling is niet variabel.
De stand AUTO of COOL (Koelen) of HEAT (Verwarmen)
Druk op
om de temperatuur te verhogen
en druk op
om de temperatuur te verlagen.
Stel de temperatuur in zoals u dat wenst.
C
10