De instelling voor de luchtuitblaas wijzigen
5. Druk op de knop FAN (Ventilator).
De stand DRY (Drogen)
De instelling voor de luchtuitblaas is
niet variabel.
• Geluidsarme werking van de binnenunit
Wanneer de luchtuitblaas op
Gebruik deze stand wanneer u wenst dat de unit stiller werkt.
In deze stand, waarin de luchtuitblaas beduidend minder is, kan de unit minder
capaciteit leveren.
NOOT
Noot over de stand HEAT (Verwarmen)
• Aangezien deze airconditioner de kamer verwarmt door warmte van de buitenlucht naar
binnen te brengen, wordt de verwarmingscapaciteit minder bij lagere buitentemperaturen.
Als het verwarmingseffect onvoldoende is, is het raadzaam om een ander
verwarmingstoestel te gebruiken in combinatie met de airconditioner.
• Het warmtepompsysteem verwarmt de kamer door warme lucht in alle delen van de kamer
te laten circuleren. Nadat de verwarming is gestart, duurt het enige tijd voordat de kamer
warmer wordt.
• In de stand Verwarming kan er vorst op de buitenunit optreden en de
verwarmingscapaciteit verlagen. In dat geval schakelt het systeem over naar de stand
Ontdooien om de vorst te verwijderen.
• Tijdens het ontdooien blaast de binnenunit geen warme lucht.
Noot over de stand COOL (Koelen)
• Deze airconditioner koelt de kamer door de warme lucht in de kamer naar buiten te blazen,
zodat, wanneer de buitentemperatuur hoog is, het rendement van de airconditioner lager is.
Noot over de stand DRY (Drogen)
• De computerchip werkt om vochtigheid uit de kamer te verwijderen en tegelijkertijd de
temperatuur zoveel mogelijk te handhaven. Deze regelt automatisch de temperatuur en
het luchtdebiet, dus is een handmatige aanpassing van deze functies niet beschikbaar.
Noot over de stand AUTO
• In de stand AUTO selecteert het systeem een gepaste stand (COOL (Koelen) of HEAT
(Verwarmen)) op basis van de kamertemperatuur bij het begin van de werking.
• Het systeem selecteert periodiek, automatisch opnieuw een instelling om de
kamertemperatuur dichter in de buurt van het niveau van de gebruikersinstelling te brengen.
• Indien u de AUTOmatische werking niet goed vindt, kunt u de ingestelde temperatuur
handmatig anders instellen.
Noot over de instelling van het luchtdebiet
• Bij een kleiner luchtdebiet is het koel-/verwarmingseffect ook minder.
11
De stand AUTO of COOL (Koelen) of HEAT
(Verwarmen) of FAN (Ventilator)
De luchtuitblaas kan in vijf verschillende
hoeveelheden worden ingesteld: van
plus
zijn beschikbaar.
wordt ingesteld, werkt de binnenunit veel stiller.
tot