• De afscherming mag nergens in contact komen met vb. vochtige muren of een metalen
plafond.
• De afscherming mag nergens worden verbonden met de aarde.
Werking kortsluit detectie & kortsluitisolatoren:
Alle encoders (detectoren, drukknoppen, IO modules) die kunnen worden aangesloten op de
brandetectielussen, bezitten een ingebouwde kortsluitisolator.
Indien er zich een kortsluiting voordoet ter hoogte van encoder nummer 60, dan zal de lus
onmiddellijk de spanning op nul brengen. Een ogenblik later wordt de lus terug op spanning
gebracht. De centrale sluit de schakelaar in kortsluitisolator '59'. Na enkele seconden sluit de
centrale de schakelaar in kortsluitisolator '60'. Net daarna detecteert de centrale terug
kortsluiting. De centrale weet nu dat de kortsluiting zich na kortsluitisolator '60' bevindt. De
centrale begint de lus nu te voeden via de teruggaande lus. Na enkele seconden sluit de
centrale de schakelaar in kortsluitisolator '61 '. Opnieuw wordt een kortsluiting gedetecteerd. De
centrale weet nu dat de kortsluiting zich bevindt tussen kortsluitisolator '60' en '61'. De centrale
geeft nu opnieuw voeding op de lus, doch laat de schakelaars in kortsluitisolators '60' en '61'
open staan. De centrale geeft nu de melding 'Z1L2D60 kortsluiting' en 'Z1L2D61 kortsluiting''.