Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Advertenties

CM+
Conventionele brandmeldcentrale EN54-2 EN54-4
Installatiehandleiding
Versie: 1.1 februari 2010
Argina.com
1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Argina CM+

  • Pagina 1 Conventionele brandmeldcentrale EN54-2 EN54-4 Installatiehandleiding Versie: 1.1 februari 2010 Argina.com...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Inhoud Inleiding ........................3 Montage ........................4 Deksel verwijderen ....................4 Behuizing monteren..................... 4 Aansluiting netspanning ....................5 Aansluiting batterijen ....................5 Aansluiting zones ......................7 Sirenes ......................... 7 24V uitgang ........................8 Relaisuitgang ....................... 8 Schakellus ........................9 10 Pager uitgang / seriële verbinding met PC ..............9 10.1 Pager settings ....................
  • Pagina 3: Inleiding

    1 Inleiding Deze installatiehandleiding beschrijft alle hardware aansluitingsmogelijkheden van de brandmeldcentrale CM+, gedetailleerd uitgewerkt en voorzien van specificaties, kabelvereisten, hints en EN54-2 vereisten. Eenmaal de centrale volledig is aangesloten, zal deze moeten aangeleerd worden welke hardware aansluitingen gebruikt worden. Men zal de relais functies moeten kiezen en diverse algemene instellingen maken.
  • Pagina 4: Montage

    2 Montage 2.1 Deksel verwijderen Om het deksel te openen: - draai eerst de schroef aan de onderzijde van de kast los. - plaats daarna de vingers onderaan de behuizing tussen de klikkers en de behuizing en trek de onderste rand weg van de behuizing. Duw het deksel zachtjes vertikaal naar boven zodat hij uit de bovenste scharnierpunten gaat.
  • Pagina 5: Aansluiting Netspanning

    3 Aansluiting netspanning De brandmeldcentrale moet worden aangesloten op het 230 Vac net via een dubbelpolige stroomonderbreker in de elektrische verdeelkast. De kabel dient minimaal van het type 2x1.5 mm² te zijn en dient zoveel mogelijk apart gehouden te worden van de rest van de kabels van de centrale. Strip de buitenmantel van de kabel zo kort mogelijk zodat indien een van draden loskomt hij niet in contact kan komen met de 5 V of 24 V van de centrale.
  • Pagina 6: Berekening Autonomie

    Indien de batterijen erg leeg zijn en te veel stroom vragen dan zal de lader overgaan naar en on/off regeling om de interne opwarming te beperken. Berekening autonomie De capaciteit van de batterijen wordt gekozen in functie van de gewenste autonomie van het brandmeldsysteem bij netuitval, bijvoorbeeld 24 of 72 uur.
  • Pagina 7: Aansluiting Zones

    Bij het gebruikt van Argina sirenes wordt automatisch aan deze voorwaarde voldaan. Bij andere sirenes kan het soms nodig zijn een extra diode in serie met elke sirene op te nemen (type 1N4007).
  • Pagina 8: Uitgang

    7 24V uitgang Op deze uitgang kunnen externe verbruikers aangesloten worden. De uitgang is elektronisch beveiligd en de maximaal toegelaten stroom bedraagt 500 mA. De exacte werking van de uitgang kan met het CMPlus.exe programma worden aangepast. Zo kan bijvoorbeeld worden ingesteld dat de 24V uitgang tijdens een reset van de brandmeldcentrale onderbroken wordt, bijvoorbeeld voor voeding en reset van beamdetectoren.
  • Pagina 9: Schakellus

    9 Schakellus Op de brandmeldcentrale kunnen tot 4 contacten worden aangesloten. Daartoe is er een overwaakt ingangslusje voorzien in de brandmeldcentrale en in elk bedieningspaneel. Dit kan gebruikt worden voor het veilig inlezen van bijvoorbeeld een 'driehoek reset schakelaar' zoals gebruikt in Nederland of een externe 'zoemerstop' schakelaar.
  • Pagina 10: Pager Settings

    female sub D - 9p gebruik geen zogenoemde cross-cable ! 10.1 Pager settings In deze mode wordt enkel data uitgestuurd – sluit pager aan op klem Do en GND Klem Di wordt gebruikt voor de automatische selectie van de mode, het is veiliger om deze niet te verbinden met een pagersysteem.
  • Pagina 11: Aansluiting Geïntegreerd Bedieningspaneel

    De etiketten in de inschuifvensters kunnen vervangen worden, b.v. voor aanduiding in andere taal. Zie achteraan in deze handleiding voor inschuifetiketten in verschillende talen. 11.1 Aansluiting geïntegreerd bedieningspaneel Hang het deksel van de brandmeldcentrale aan de onderste scharnierpunten van de behuizing. Plug vervolgens de connector van het bedieningspaneel in één van de 3 polige connectors op de hoofdprint.
  • Pagina 12: Aansluiting Externe Bedieningspanelen

    Bij het sluiten van het deksel van de centrale dient men er op te letten dat het verbindingskabeltje niet tussen deksel en behuizing gekneld komt te zitten. 11.2 Aansluiting externe bedieningspanelen Er kunnen tot 2 externe bedieningspanelen worden aangesloten. De bekabeling voor externe bedieningspanelen is 3-draads. Maximum afstand met bekabeling van 0.8mm is 50m, voor 1.5mm²...
  • Pagina 13: Configureren Via Het Bedieningspaneel

    12 Configureren via het bedieningspaneel De brandmeldcentrale wordt bij indienststelling volledig geconfigureerd naar locale behoefte. De basisconfiguratie kan via het bedieningspaneel worden ingesteld. Dit mag alleen door gespecialiseerde technici uitgevoerd worden. Voor volledige configuratie is het programma CMPlus.exe nodig. 12.1 Beschikbare functies functie 1 eerste vertragingstijd T1 (reaktietijd operator) functie 2...
  • Pagina 14 Wanneer binnen vertragingstijd T1 de toets ‘zoemerstop’ op het bedieningspaneel wordt ingedrukt stopt tijd T1 en begint de ‘inspectieronde tijd’ T2 te lopen. Dit is de tijd die men krijgt om ter plaatse te gaan kijken of er al dan niet evacuatie moet gegeven worden. Indien men het noodzakelijk vindt ontruiming te geven dan kan dit door ofwel de toets ‘sirenes aan’...
  • Pagina 15: Omschakeling Dag/Nacht

    worden als gevolg van de aanwezige alarmmelding. De brandmeldcentrale is echter wel in waaktoestand. Wanneer er zich nu een nieuwe alarmmelding voordoet, dan zal de centrale onmiddellijk alle alarmmiddelen activeren. - T3: de alarmmiddelen zullen niet automatisch uitgeschakeld worden. Alle alarmmiddelen blijven dan werken tot deze manueel vanaf het bedieningspaneel gestopt worden.
  • Pagina 16: Gebruikerscode (Functie 6)

    De storing led van zone 1 t.e.m. 9 komen hierbij overeen met waarde 1 t.e.m. 9. De storing led van zone 10 heeft waarde 0. Selecteer functie 5 om de alarmteller te tonen. Voor deze functie moet de installateurscode niet ingegeven worden. Na selectie van de functie wordt het eerste cijfer van de teller weergegeven aan de hand van de storing led van de zone, bvb.
  • Pagina 17 Uit dienst Vertraagd alarm Dubbel test alarmen Proefstand...
  • Pagina 18 Bedieningspanelen Bewaking Herhaalbord 1: Nee Bewaking Herhaalbord 2: Nee Schakelaar lus kan 'Vertraagde werking' aan zetten: Nee Schakelaar lus kan 'Vertraagde werking' uit zetten: Nee Relais Sirene 1: Directe Sirene: werkt niet als sirene 'uit dienst' is Sirene 2: Vertraagde Sirene: werkt niet als sirene 'uit dienst' is Ext.Belast: Altijd actief Relais 1: Direct Alarm, valt af bij reset...
  • Pagina 19: Technische Gegevens

    14 Technische gegevens Aansluitingen Zones (max. 10 x): eindelus 4 K 7; alarmweerstand 1 K; maximum 0.1 A Extern bedieningspaneel (max. 2): 3 draads maximum afstand 150 m met 1.5 mm² Sirenekring (2 x): eindelus 1 K; maximum 0,65 A Aux.
  • Pagina 20: Inschuifvensters

    15 Inschuifvensters...

Inhoudsopgave