Testfuncties
Voor sommige veiligheidspoorttoepassingen moeten beveiligingsapparaten fysiek worden gecontroleerd om
na te gaan of deze goed werken (bijv. vereist voor veiligheidspoorttoepassingen van klasse 2).
Indien de testfunctie is ingeschakeld voor het functieblok Safety Gate Monitoring, kan een
veiligheidspoorttest, waarbij de veiligheidspoort moet worden geopend en vervolgens weer moet worden
gesloten, worden toegevoegd als een voorwaarde voor inschakeling van het signaal Output Enable.
Als de veiligheidspoorttest is ingeschakeld, moet deze onder de volgende omstandigheden worden uitgevoerd.
(1) Opstarten
De veiligheidspoorttest moet worden uitgevoerd als de NE1A-SCPU01 wordt gestart (d.w.z. als de
bedrijfsmodus van de NE1A-SCPU01 verandert van de modus IDLE (Niet-actief) in de modus RUN
(In bedrijf)). Als de test normaal wordt beëindigd, wordt het signaal Output Enable ingeschakeld.
(2) Testfunctieaanvraag van de machine
De veiligheidspoorttest moet worden uitgevoerd nadat de NE1A-SCPU01 detecteert dat het testfunctie-
signaal van de machine is ingeschakeld en voordat het testfunctiesignaal opnieuw wordt ingeschakeld.
Als het testfunctiesignaal een seconde voordat de veiligheidspoorttest normaal is voltooid wordt inge-
schakeld, treedt er een testfunctiefout op, wordt het signaal Output Enable uitgeschakeld en wordt het
signaal Testfunctiefout ingeschakeld.
(3) Fout gedetecteerd in functieblok Safety Gate Monitoring
De veiligheidspoorttest moet worden uitgevoerd als er een testfunctiefout, afwijkingsfout of een andere
functieblokfout optreedt (nadat het probleem is opgelost).
Het signaal Testfunctie vereist van het functieblok Safety Gate Monitoring wordt ingeschakeld als een
veiligheidspoorttest is vereist en blijft ingeschakeld totdat de veiligheidspoorttest normaal is voltooid.
Instelparameters
Parameter
Type ingang
Testfunctie
Afwijkingstijd paar 1
Afwijkingstijd paar 2
Synchronisatietijd
De afwijkingstijd en synchronisatietijd moeten langer duren dan de cyclustijd van de NE1A-SCPU01.
Optionele uitgangen
De volgende uitgangen kunnen ook worden gebruikt om te programmeren. U kunt deze optionele uitgangen
weergeven door het aantal uitgangen te verhogen dat wordt weergegeven op de tabpagina In/Out Settings
(Instelling In/Uit) van de functieblokeigenschappen.
Afwijkingsfout paar 1
Afwijkingsfout paar 2
Signaal Testfunctie vereist
Synchronisatiefout
Testfunctiefout
6-5 Opdrachtverwijzing: Functieblokken
Instelbereik
Eén kanaal
Equivalent, twee kanalen (1 paar)
Complementair, twee kanalen (1 paar)
Equivalent, twee dubbele kanalen (2 paren)
Complementair, twee dubbele kanalen (2 paren)
Geen testfunctie/Testfunctie vereist
0 tot 30 s in stappen van 10 ms
Er wordt geen controle van de afwijkingstijd uitgevoerd
als 0 is ingesteld.
0 tot 30 s in stappen van 10 ms
Er wordt geen controle van de synchronisatietijd uitgevoerd
als 0 is ingesteld.
Standaardin-
stelling
Equivalent, twee
kanalen
Geen testfunctie
30 ms
300 ms
97