UW TOESTEL GEBRUIKEN
1
2
• Controleer bij de inbedrijfstelling de
waterdruk van de installatie op de
manometer.
Voor een probleemloze werking van de
verwarmingsinstallatie moet bij koude
installatie de gewenste vuldruk tussen
1,0 en 1,5 bar liggen. Als deze waarde
buiten de zone ligt, dan moet voor de
inbedrijfstelling water bijgevuld worden
(zie sectie 8.4).
Aanwijzing!
i
Het Thema CONDENS AS
toestel beschikt over een
digitale drukaanduiding. De
manometer stelt u in staat om
ook bij uitgeschakeld toestel
snel te zien of de waterdruk
zich in het gewenste bereik
bevindt of niet. Wanneer het
toestel in bedrijf is, kunt u de
nauwkeurige drukwaarde op
het display laten zien. Activeer
de drukaanduiding door het
indrukken van de toets
Na 5 sec. wordt op het display
weer de CV-aanvoertemperatuur
weergegeven.
Aanwijzing!
i
U kunt ook permanent
omschakelen tussen
temperatuur- of drukaanduiding
in het display door de
NL
ca. 5 seconden ingedrukt te
houden.
- 12 -
Als de CV-installatie zich over meerdere
etages uitstrekt, kan een hogere waterdruk
van de installatie nodig zijn. Vraag hiervoor
raad aan uw installateur.
7.3
Inbedrijfstelling
2
• Met de aan/uit-schakelaar (1) kunt u het
toestel in- en uitschakelen.
I: «AAN»
0: «UIT»
Als u het toestel inschakelt, wordt de
actuele aanvoertemperatuur verwarming
weergegeven op het scherm (2). Om het
toestel in te stellen volgens uw wensen,
gelieve zich te begeven naar de secties 7.4
tot 7.5, waar de afstelmogelijkheden voor
de productie van sanitair warm water en
verwarming beschreven staan.
b
(2).
Om ervoor te zorgen dat de beveiligingen
actief blijven, moet u uw gaswandketel
-toets
via het regeltoestel in- en uitschakelen
(informatie daarover vindt u in de
betreff ende gebruiksaanwijzing).
Attentie!
Gevaar voor beschadiging!
Vorstbeveiligings- en
controlevoorzieningen zijn
alleen actief als de aan/uit-
schakelaar van het toestel op
stand «I» staat en het toestel
niet van het elektriciteitsnet is
gescheiden.
0020214565_00 - 04/15 - Bulex
1