F AF-C AANGEPASTE INSTELL.
Selecteer scherpstelvolgopties bij het opnemen van fi lms in
scherpstelmodus C.
TRACKINGGEVOELIGHEID
Kies hoe lang de camera wacht met overschakelen van de scherp-
stelling wanneer een object in het scherpstelgebied komt achter
of voor het huidige onderwerp. Zie "TRACKINGGEVOELIGHEID"
(P 123).
0
O
•
Hoe hoger de waarde, hoe langer het duurt voordat de camera op-
nieuw scherpstelt wanneer u probeert tussen onderwerpen te wisselen.
•
Hoe lager de waarde, hoe waarschijnlijker het is dat de camera de
scherpstelling omschakelt van uw onderwerp naar andere objecten in
het scherpstelgebied.
AF-SNELHEID
Pas de reactiesnelheid van autofocus aan. Kies hogere waarden
voor snellere responstijden, lagere waarden voor langzamere
responstijden.
−5
−4
−3
xF AF-HULPLICHT
Dit item staat ook in de fotomenu's (P 127). Wijzigingen in de
ene zijn van toepassing op de andere.
Opties
Opties
1
2
Opties
Opties
−2
−1
0
AF/MF INSTELLINGEN (fi lmopname)
3
+1
+2
+3
4
6
+4
+5
169