195
Voorzichtig
Apparatuur
Stop uw camera niet in de achterzak van uw broek of rok
wanneer u zit.
Hierdoor kunnen storingen of schade aan het LCD-scherm
ontstaan.
Zorg ervoor dat u niet met de camera tegen voorwerpen stoot
of de camera op een andere manier blootstelt aan schokken en
stoten wanneer u de camera vasthoudt of aan de riem draagt.
Zorg ervoor dat u niet tegen het uiteinde van de lens stoot of drukt.
Hierdoor kunt u zich bezeren en kan de camera beschadigd raken.
Zorg ervoor dat er geen zand of stof in de camera terechtkomt
wanneer u de camera op het strand of in een omgeving met
veel wind gebruikt.
Dit kan leiden tot storingen.
Bewaar de apparatuur niet op vochtige of stoffige plaatsen.
Zorg ervoor dat er geen metalen voorwerpen (zoals spelden
of sleutels) of stof in aanraking komen met de contactpunten
of stekker van de oplader.
Dit kan brand, elektrische schokken of andere schade veroorzaken.
Gebruik, plaats of bewaar de apparatuur niet op plaatsen die
aan sterk zonlicht of hoge temperaturen blootstaan, zoals het
dashboard of de kofferruimte van een auto.
Gebruik de apparatuur niet op een zodanige wijze dat de
nominale capaciteit van het stopcontact of de bedrading van
accessoires wordt overschreden. Gebruik de apparatuur niet
als het netsnoer of de stekker beschadigd zijn, of als de
stekker niet volledig in het stopcontact is gestoken.
Gebruik de apparatuur niet in slecht geventileerde ruimtes.
In de bovengenoemde situaties kan lekkage, oververhitting of een
explosie ontstaan, wat kan leiden tot brand, brandwonden of ander letsel.
Door hoge temperaturen kan bovendien de behuizing worden vervormd.
Haal de batterij uit de camera of uit de batterijlader en berg de
apparatuur op een veilige plaats op als u de camera langere tijd
niet gebruikt.
De batterij kan leeglopen.