Het onderwerp van de opname is te helder of het
beeld vertoont witte flitsen.
Het onderwerp is te dichtbij,
waardoor het flitslicht te
fel is.
Het onderwerp is
overbelicht omdat de
omgeving te donker is.
Er schijnt te veel licht direct
in de camera of er wordt te
veel licht gereflecteerd door
het onderwerp.
De flitser is ingeschakeld.
De opname bevat ruis.
De ISO-waarde is te hoog.
Er worden witte stippen in de opname
weergegeven.
Het licht van de flitser
wordt gereflecteerd door
stofdeeltjes of insecten
in de lucht. Dit is vooral
zichtbaar wanneer
u groothoekopnamen
maakt.
Maak bij gebruik van de ingebouwde
flitser de opname met het onderwerp
binnen het flitsbereik
Stel de belichtingscompensatie in op
een negatieve waarde (–)
Gebruik AE lock of spotmeting
(pag. 93
en 96).
Wijzig de opnamehoek.
Stel de flitser in op
(pag.
62).
Hogere ISO-waarden en
ISO Automatisch) kunnen voor meer
ruis in de opname zorgen. Als u een
hoge beeldkwaliteit wilt, gebruikt u
een zo laag mogelijke ISO-waarde
(pag.
69).
In de modi
,
en
loopt de ISO-waarde op en
kan er ruis ontstaan.
Dit is een fenomeen dat optreedt bij
digitale camera's en wijst niet op een
storing of defect.
183
(pag.
207).
(pag.
95).
(flitser uit)
(Hoge
,
,
,
,
,