6-ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
6-ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
De elektrische veiligheid van de installatie wordt alleen gegarandeerd wanneer deze correct op een doeltreffende aardverbinding
aangesloten is die tot stand gebracht is zoals door de van kracht zijnde veiligheidsnormen bepaald wordt: leidingen van gas-, water- en
verwarmingsinstallaties zijn absoluut niet geschikt als aardverbindingen.
Het is nodig om deze fundamentele veiligheidsvereiste te controleren; vraag in geval van twijfel om een nauwkeurige controle van de
elektrische installatie door gekwalificeerd, vakkundig personeel omdat de fabrikant van de ketel niet aansprakelijk is voor eventuele schade
die veroorzaakt wordt door de afwezigheid van een aardverbinding van de installatie.
Laat gekwalificeerd, vakkundig personeel controleren of de elektrische installatie geschikt is voor het maximum vermogen dat door de
installatie geabsorbeerd wordt en laat vooral controleren of de doorsnede van de kabels van de installatie geschikt is voor het vermogen dat
door de belastingen geabsorbeerd wordt.
Het gebruik van ongeacht welke component die elektrische energie verbruikt, impliceert de inachtneming van enkele fundamentele regels,
zoals;
•
raak het apparaat niet aan met natte en/of vochtige lichaamsdelen en/of op blote voeten;
•
trek niet aan de elektriciteitskabels;
•
laat het apparaat niet blootgesteld aan de weersomstandigheden (regen, zon, enz.),
•
sta het niet toe dat het apparaat door kinderen of onervaren personen gebruikt wordt.
Aansluiting elektrische voeding 230V
De installatie van de bijkomende elektrische componenten van de ketel vereist de elektrische aansluiting op een net van 230 V – 50 Hz: Deze
aansluiting moet tot stand gebracht worden volgens de regels van het vak, zoals beoogd wordt door de heersende IEC-normen.
Gevaar!
De elektrische installatie mag alleen uitgevoerd worden door een bevoegd technicus.
Alvorens de aansluitingen of ongeacht welke handeling op de elektrische delen uit te voeren, moet de elektrische
voeding altijd uitgeschakeld worden en gecontroleerd worden of deze niet per ongeluk kan worden ingeschakeld.
Houd u er rekening mee dat het nodig is om een tweepolige schakelaar op de elektrische voedingslijn van de ketel
te installeren, met een afstand van meer dan 3 mm tussen de contacten, die gemakkelijk toegankelijk is, zodat het
eventuele onderhoud snel en veilig uitgevoerd kan worden.
De vervanging van de voedingskabel moet door bevoegd technisch personeel uitgevoerd worden. De veronachtzaming van bovenstaande
kan de veiligheid van het apparaat compromitteren.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Sluit de voedingskabel eerst op de achterkant van de ketel aan en daarna op een wandstopcontact.
De hoofdschakelaar op de achterkant van de ketel mag alleen geactiveerd worden om de ketel in te schakelen; zoniet wordt aanbevolen
om hem uitgeschakeld te laten.
Wanneer de ketel niet wordt gebruikt, wordt aanbevolen om de voedingskabel van de ketel te verwijderen.
28 28
ELEKTRISCHE AANSLUITING