A A
U U T T O O M M A A T T I I S S C C H H W W A A S S S S E E N N E E N N D D R R O O G G E E N N
S S T T O O P P - -
P P R R O O G G R R A A M M M M A A
De aanbevolen ladingen zijn 3 kg voor
katoen en linnen en 2 kg voor
synthetische stoffen. Opmerking! Het
is ook mogelijk om 4 kg katoenen
wasgoed te drogen, echter wel met
een ingestelde droogtijd (zie de
droogtijdtabel).
Maak geen gebruik van een was-
middeldoseerbol als u een non-
stop programma uitvoert.
1. Wasgoed in de machine doen.
2. Voeg wasmiddel en een
wasverzachter toe.
3. Schakel de machine in door de
keuzeknop op het gekozen waspro-
gramma/stof te zetten.
4. Selecteer de gewenste opties door
middel van de desbetreffende toet-
sen.
Opmerking!
Kies, indien mogelijk, geen centrifuge-
toerental dat lager is dan de snelheid
die de machine heeft voorgesteld om
een te lange droogtijd te voorkomen en
zo energie te besparen.
Het verlagen van het centrifugeto-
erental is hoe dan ook alleen mogelijk
nadat u "drogen" gekozen heeft.
De laagst mogelijke waarden die u kunt
kiezen zijn:
- 900 tpm. voor katoen en 700
tpm. voor synthetische stoffen
5. Selecteer de droogtegraad of de
droogtijd door te drukken op de
5
toets
.
Het display toont de hele
duur van het wasprogramma en de
geselecteerde droogcyclus.
( ( N N O O N N - -
) )
Gebruik - Drogen electrolux 19
6. Start het programma door te
drukken op toets
het programma wordt de
resterende tijd elke minuut bijgew-
erkt.
7. Draai de keuzeknop op stand O om
de machine uit te schakelen.
8. De trommel legen.
8
. Na de start van