Controleer de printerinstellingen
1.
Open het dialoogvenster Pagina-instelling.
2.
In het paneel Paginakenmerken controleert u de volgende instellingen:
–
Papierformaat: het juiste papierformaat
–
Afdrukstand: de juiste afdrukstand
3.
Open het dialoogvenster Print.
4.
In het paneel Papier/Kwaliteit controleert u de volgende instellingen:
–
Papiersoort: de juiste soort fotopapier
–
Kwaliteit: Best of Maximum dpi.
5.
Gebruik de
Kleuren zijn anders of onjuist
Voer deze stappen uit als de kleuren van de foto's anders of onjuist verschijnen:
1.
Lijn
de inktpatronen uit.
2.
Druk de foto opnieuw af.
3.
Als de kleuren nog steeds niet goed zijn, moet u
Voor het kalibreren van kleuren moeten zowel een fotopatroon als een
driekleurenpatroon geïnstalleerd.
4.
Druk de foto opnieuw af.
5.
Als de kleuren nog steeds niet goed worden weergegeven, opent u het
dialoogvenster Print, selecteert u het paneel Papier/Kwaliteit en vervolgens
Kleuropties.
6.
Pas de kleuren aan.
Volg de onderstaande instructies:
–
Als de kleuren te geel zijn, verplaatst u de schuifregelaar voor
Kleurschakering naar Koeler.
–
Als de kleuren te blauw zijn, verplaatst u de geleider voor Kleurschakering
naar Warmer.
7.
Druk de foto opnieuw af.
Er verschijnen horizontale lijnen op de foto
Gebruikershandleiding
Real Life-technologieën
om foto's te verbeteren.
de kleuren
kalibreren.
93