Afdrukken
1.
Open het dialoogvenster
–
Papierformaat: het juiste kaartformaat
–
Afdrukstand: de juiste afdrukstand
2.
Klik op OK.
3.
Open het dialoogvenster Print.
4.
Selecteer het paneel Papier/Kwaliteit en geef de volgende instellingen op:
–
Bron: Bovenste lade
–
Papiersoort: Automatisch of de gewenste papiersoort
–
Kwaliteit: Normaal of Best
5.
Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Druk af.
Opstrijkpatronen
Richtlijnen
●
Wanneer u in spiegelbeeld afdrukt, worden de tekst en afbeeldingen horizontaal
gedraaid ten opzichte van wat op het computerscherm staat.
●
Zorg dat u de capaciteit van de invoerlade niet overschrijdt: 20 opstrijkpatronen.
Het afdrukken voorbereiden
1.
Controleer of de printer aan staat.
2.
Til de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade.
3.
Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider
naar voren.
4.
Plaats het papier voor opstrijkpatronen in de invoerlade met de afdrukzijde omlaag.
5.
Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer.
6.
Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier.
7.
Klap de uitvoerlade omlaag.
Gebruikershandleiding
Pagina-instelling
en selecteer de volgende instellingen:
61