Veiligheidsvoorschriften
de lader automatisch uit als de accu's vol zijn. Wees echter voor-
zichtig en laat een volle accu niet langer dan 24 uur aan de lader.
•
Veeg -als deze smerig zijn- voor gebruik de polen van de
batterij schoon met een droge doek.
•
Berg de accubak (losgekoppeld van de scootmobiel) altijd
in volledig geladen toestand op.
•
Laad uw accu elke maand een keer op om verslechtering
te voorkomen.
•
Als het vermogen van de accu terugloopt komt het einde
van de levensduur in zicht. U dient de batterij dan zo snel
mogelijk te vervangen.
•
Bij lage temperaturen hebben de accu's een lagere capa ci-
teit. Hierdoor neemt ook de actieradius van de scootmobiel af.
Overige
•
Raak de motor na het rijden niet aan, deze kan erg heet zijn.
•
Als het profiel van de banden minder is dan 1 mm moeten
deze vervangen worden.
•
Gebruik in regen, mist, ijzel, sneeuw en strooizout of rij-
den op een ijzige of gladde ondergrond heeft een nadelig
effect op het elektrisch systeem en het chassis.
•
Zet de scootmobiel niet in direct zonlicht of te dicht bij vuur:
de oppervlaktetemperaturen nemen dan toe met mogelijk
verbranding of overgevoeligheid van de huid tot gevolg.
•
Laat de scootmobiel niet in contact komen met zeewater:
zeewater is agressief en tast de scootmobiel aan.
•
Laat de scootmobiel niet in contact komen met zand:
zand kan doordringen tot in de draaiende delen van de
scootmobiel, waardoor onnodig snelle slijtage optreedt.
•
-20°C tot 50°C. Sommige onderdelen van de scootmobiel
zijn gevoelig voor verandering in tempe ratuur.
•
Berg uw scootmobiel op in een ruimte met een lage
luchtvochtigheidsgehalte. Dit voorkomt schimmelvor-
ming en verslechtering van de gepolsterde delen. En het
is eveneens beter voor uw batterijen.
•
De scootmobiel is thermisch beveiligd. Bij oververhitting
schakelt het systeem de scootmobiel uit. Wij adviseren u
om 5 minuten met het herstarten te wachten zodat de
onderdelen goed kunnen afkoelen.
•
Bij signalering van een elektronisch defect zal de
scootmobiel tot stilstand komen.
•
Gebruik voor het reinigen geen bleek- of oplosmiddelen.
9