Rijden
Rode duimgashendel - vooruit
Zwarte duimgashendel - achteruit
20
Voor- en achteruit rijden
1. Druk de rode duimgashendel langzaam in.
De scootmobiel rijdt vooruit.
2. Druk de duimgashendel verder in.
De scootmobiel rijdt sneller vooruit.
3. Laat de duimgashendel los.
De scootmobiel stopt, ook op een helling (anti-rollback systeem).
4. Gebruik de zwarte duimgashendel op dezelfde manier
om achteruit te rijden.
Controleer of de weg achter u vrij is tijdens het achteruit
rijden.
De scootmobiel rijdt langzamer achteruit dan vooruit.
Zie ook de veiligheidsvoorschriften in hoofdstuk 1.
Hellingen en obstakels
Wees waakzaam tegen kantelen bij het oprijden van een hel-
ling. Uw zwaartepunt verplaatst zich als u een helling op- of
afrijdt.
Rijd een helling of drempel altijd recht van voren op, niet zij-
waarts.
Zie ook de veiligheidsvoorschriften in hoofdstuk 1.
Remmen
Uw scootmobiel is voorzien van een electromagnetisch
remsysteem
(ook
remsysteem werkt automatisch als de duimgashendels in
de neutrale stand staan (dus niet ingedrukt zijn) en wanneer
de scootmobiel is uitgeschakeld. Wel zo handig als uw
scootmobiel op een helling staat!
Als u in een noodgeval moet stoppen, dient u de gashendels
los te laten.
wel
anti-rollback
genoemd).
Dit