Onderhoud
28
Vermijd opslag van batterijen bij extreem hoge of extreem
lage temperaturen.
Berg uw scootmobiel bij voorkeur op in een ruimte met
een lage temperatuur (< 30°C) en een laag luchtvochtig-
heidsgehalte. Dit is beter voor uw batterijen en dit voorkomt
eveneens schimmelvorming en verslechtering van de ge-
polsterde delen.
Controller
Uw scootmobiel is uitgerust met een S-Drive controller.
Deze computer bewaakt het systeem van de scooter. Als de
controller een probleem detecteert, wordt dit weergegeven
door het aan/uit indicatielampje. Iedere foutmelding
heeft een eigen codering. Door het tellen van het aantal
flikke ringen kunt u de scootmobielmonteur van de juiste
informatie voorzien.