Veiligheidsvoorschriften
6
Rijden
•
Wees altijd bewust van de omgeving als u de snel-
heid instelt. Wij adviseren een lage snelheid voor
binnengebruik. Selecteer een voor u comfortabele
snelheid waarmee u de scootmobiel buiten veilig kunt
bedienen.
•
Rijd niet met uw scootmobiel op de openbare auto(snel) -
wegen. U mag in Nederland gebruik maken van de stoep,
het voetpad, het fietspad en de rijbaan. U dient zich aan
de verkeersregels* van de betreffende weg te houden.
*In Nederland gelden op het trottoir de voetgangersregels;
rijd dus niet harder dan 6 km per uur. Op het zebrapad
heeft de scootmobiel net als de voetganger voorrang. Op het
fietspad gelden de regels voor fietsen. Aangezien deze
scootmobiel standaard geen verlichting heeft, mag u hier
niet in het donker en bij slecht zicht rijden. Dit geldt ook voor
de rijbaan.
•
Schakel de scootmobiel niet uit tijdens het rijden. U komt
dan zeer abrupt tot stilstand.
•
Zet de scootmobiel uit als u in- of uitstapt.
•
Houd terwijl u rijdt uw handen aan het stuur en uw voeten
op het voetenplateau van de scooter.
•
Deze scootmobiel heeft géén richtingaanwijzers. Steek
uw hand uit als u van richting verandert.
•
Als u in een noodgeval moet stoppen, dient u de gas-
hendels los te laten.
•
Houd voldoende afstand tijdens het rijden. Ter info: als
u met 7 km/h de gashendel loslaat, komt de scootmobiel
op een horizontale ondergrond na maximaal 1.2 meter
tot stilstand.
•
Denk om uitstekende vaste of losse delen van, in en aan
de scootmobiel. Deze kunnen schade veroorzaken aan
de omgeving en de scootmobiel.
•
Delen waartussen lichaamsdelen beklemd kunnen
raken zijn zoveel mogelijk afgeschermd, blijf echter
waakzaam. Hang niets aan het stuur. Pas op dat er geen
kledingstukken loshangen; deze kunnen tussen de wielen
verstrikt raken.
•
Gebruik de scooter niet op een glad wegdek om slipgevaar
te voorkomen. Rijd daarom niet als het sneeuwt.
•
De scootmobiel is positief getest conform de gestelde