Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Luchttoevoer En Luchtafvoer; Beluchting En Ontluchting; Luchtafvoer - Miele PDR 910 EL Gebruiksaanwijzing En Opstellingsinstructies

Verberg thumbnails Zie ook voor PDR 910 EL:
Inhoudsopgave

Advertenties

Beluchting en
ontluchting

Luchtafvoer

Als plaatselijke en nationale installatiebepalingen een aarding voor-
schrijven, dan moet worden gezorgd voor een aarddraadaansluiting
met een goede contactverbinding. De aarding moet bij een lekstroom
>10 mA worden uitgevoerd.

Luchttoevoer en luchtafvoer

De lucht die nodig is voor het drogen wordt onttrokken aan de
lucht in de ruimte waar de droger staat.
Zorg voor voldoende ventilatie in deze ruimte, bijv. door niet-afsluit-
bare ventilatieopeningen in de buitenmuur.
- Alle beluchtingsopeningen en ontluchtingsopeningen mogen niet
afsluitbaar zijn.
- De ventilatie van de ruimte is alleen in orde als er geen sprake is
van onderdruk. Voorkom onderdruk, bijv. door niet-afsluitbare venti-
latieopeningen in de buitenmuur.
- Voor elke droger moet een doorsnede van 237 cm
tingsopening worden aangehouden.
De droger zuigt de lucht aan de achterkant aan. Daarom moet er
voldoende afstand tot de wand zijn gewaarborgd.
Anders kan voldoende luchttoevoer niet worden gegarandeerd en
kan de werking van de droger worden beperkt.
Neem de benodigde afstanden tot de wand in acht.
De spleet tussen de onderkant van de droger en de vloer mag nooit
worden verkleind (bijv. door sokkellijsten, hoogpolig tapijt).
De droger mag uitsluitend worden gebruikt wanneer door het dro-
gen veroorzaakte, vochtige, verbruikte lucht door een geïnstalleer-
de luchtafvoerleiding naar buiten gevoerd wordt.
Uitzonderingen bij de uitvoer van de luchtafvoer moeten volgens de
bouwvoorschriften van het betreffende land worden uitgevoerd.
Raadpleeg de lokale schoorsteenveger.
- Tijdens de installatie van de luchtafvoerleiding moet de droger
spanningsvrij zijn.
- Zorg ervoor dat de verbindingspunten volledig zijn afgedicht.
- Gebruik alleen warmtebestendige materialen met een temperatuur-
bestendigheid van ten minste 80 °C.
- In de luchtafvoer ontstaat condens. Plaats daarom op het laagste
punt van de luchtafvoer een condensafvoer.
De monding van de luchtafvoerleiding (bijv. een muurleiding) kan zo
worden geplaatst dat de vochtige lucht
- niet terug naar de ruimte zelf gaat.
Installatie
2
per beluch-
81

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave