Nadat het OSD-menu is afgesloten, wordt de vorige weergave
weergegeven. Om ervoor te zorgen dat de gemaakte wijzigingen
zijn opgeslagen, herstart het contact van het voertuig om het
systeem opnieuw op te starten. Het systeem toont vervolgens de
nieuwe standaard weergave.
Instellingen voor geactiveerde weergave configureren
Om te wijzigen welke weergave wordt geactiveerd voor een bepaalde activering, open het menu
OSD SETUP (OSD Instellen) door te drukken op de knop MENU en te drukken op OK op het
pictogram SETUP (Instellen).
Gebruik de knoppen TAB op de afstandsbediening om de gewenste
activering te selecteren. De activeringen zijn:
Rear Trigger – d.w.z. activering voor achteruitrijden
Emergency Trigger (Noodactivering) – indien zowel de linker als
rechter activeringen actief zijn
Left trigger – d.w.z. activering voor de linker richtingaanwijzer
Right trigger – d.w.z. activering voor de rechter richtingaanwijzer
Als de gewenste optie is geselecteerd, gebruik de pijlknoppen op de
afstandsbediening om de gewenste weergave voor elke activering
te selecteren. Een "✓" links van de optie geeft de huidige selectie
aan.
Let op: de weergaven die hier zijn beschreven, zijn afhankelijk van
de configuratie die op de EVU is geladen. Voor meer informatie over
weergave-configuraties, raadpleeg de sectie 2.4).
33