Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Functie Auto Brightness (Automatische Helderheid) Gebruiken; Instelling - NEC MultiSync EA232WMi Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

De functie Auto Brightness (automatische helderheid) gebruiken

De helderheid van het LCD-scherm kan worden aangepast afhankelijk van de hoeveelheid kamerlicht in de ruimte. Als de
kamer licht is, produceert de monitor een vergelijkbare hoeveelheid meer licht. Als de kamer donker is, geeft de monitor
minder licht. Het doel van deze functie is om het kijken naar de monitor meer comfortabel voor het oog te maken in
verschillende verlichtingssituaties.
De functie Auto Brightness is als standaardinstelling uitgeschakeld op 1.

INSTELLING

Gebruik de volgende procedures om Brightness Range (Helderheidsbereik) in te stellen dat door de monitor wordt gebruikt
wanneer de functie Auto Brightness (Automatische helderheid) wordt geactiveerd.
1. Stel het niveau voor BRIGHTNESS (Helderheid) in. Dit is het hoogste helderheidsniveau waarop de monitor wordt
ingesteld wanneer de kamer sterk verlicht is. Selecteer deze instelling wanneer de kamer het meest verlicht is.
Selecteer "1" of "3"in het menu AUTO BRIGHTNESS (automatische helderheid) (illustratie 1). Gebruik vervolgens de
knoppen aan de voorkant om de cursor te verplaatsen naar de instelling voor BRIGHTNESS (helderheid). Kies het
gewenste helderheidsniveau (illustratie 2).
2. Stel het niveau voor DARK (donker) in. Dit is het laagste helderheidsniveau dat door de monitor wordt gekozen wanneer
de kamer slecht verlicht is. Zorg dat de kamer zeer donker is tijdens het instellen van dit niveau.
Gebruik vervolgens de knoppen aan de voorkant om de cursor te verplaatsen naar de instelling voor BRIGHTNESS
(helderheid). Kies het gewenste helderheidsniveau (illustratie 3).
Wanneer de functie "Auto Brightness" (automatische helderheid) is ingeschakeld, wordt het helderheidsniveau van het
scherm aangepast aan de lichtcondities van de kamer (illustratie 4).
Helderheidsniveau dat
voor gebruik door de
monitor is ingesteld bij
weinig kamerlicht.
Lb: Grens tussen lichte en donkere verlichtingscondities, ingesteld op de fabriek
L1: Helderheidsniveau dat voor gebruik door de monitor is ingesteld bij veel kamerlicht (L1>Lb)
L2: Helderheidsniveau dat voor gebruik door de monitor is ingesteld bij weinig kamerlicht (L2<Lb)
L1 en L2 zijn door de gebruiker ingestelde helderheidsniveaus om te compenseren voor verandering in de kamerverlichting.
Illustratie 1
donker
Waarde voor de schermhelderheid als gevolg van de functie Auto Brightness (automatische helderheid)
Illustratie 3
kamerlicht
licht
Illustratie 4
Nederlands-18
Illustratie 2
Helderheidsbereik
Helderheidsniveau dat voor gebruik
door de monitor is ingesteld bij veel
kamerlicht.
Helder kamerlicht
Weinig kamerlicht

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave