8
Bediening
8.5
De machine van de werkstand in de wendakkerstand heffen
8.5
De machine van de werkstand in de wendakkerstand heffen
Bij uitvoering "Wendakkerstand"
ü De machine bevindt zich in de werkstand,
De bedieningsbox inschakelen,
Het dubbelwerkende besturingsapparat (1+) bedienen.
De machine via het hydraulisch systeem aan de achterkant optillen.
8.6
De machine van wendakkerstand in werkstand verlagen
Bij uitvoering "Wendakkerstand"
De machine via het hydraulisch systeem aan de achterkant neerlaten.
Het dubbelwerkende besturingsapparat (1-) bedienen.
8.7
Gebruik voor de werkzaamheden
Levensgevaar door verkeerd aandrijftoerental
Bij te hoog aandrijftoerental kunnen personen ernstig gewond of gedood worden.
De machine wordt met een toerental van de aftakas van max. 540 o.p.m. aangedreven.
Er wordt aanbevolen om met een aandrijftoerental tussen 350-450 o.p.m. te werken.
LET OP
Machineschade door verkeerde instelling van het besturingsapparaat/ de
besturingsapparaten op de trekker
Door een verkeerde instelling van het besturingsapparaat/ de besturingsapparaten op de
trekker kan machineschade ontstaan.
Het besturingsapparaat/de besturingsapparaten van de trekker tijdens het werken op de
zweefstand zetten.
ü De machine bevindt zich in de werk- of wendakkerstand,
ü Het gekozen toerental en de draairichting van de aftakas komen overeen met het
toegestane toerental en de draairichting van de machine.
Breed strooien (schudden)
Maaizwaden zo mogelijk tussen de harken laten komen.
Bij zwaar voer met hoger toerental en niet te hoge rijsnelheid rijden (steile strooihoek).
Als richtlijn kan aangenomen worden:
Aftakastoerental ca. 350 - 450 min
Rijsnelheid ca. 4 - 6 km/h
62
zie
Pagina 62.
zie
Pagina 42.
WAARSCHUWING
-1
zie
Pagina 62.
Originele handleiding 150001221_03_nl
Vendro 820