Bediening en onderdelen
A. Meters
Er zijn vier kwadranten rond de laadindicator die kunnen
worden aangepast met verschillende meters of die leeg
kunnen worden gelaten. Zie
op pagina
3.25.
B. Temperatuur
De temperatuur van de omgevingslucht wordt in °C of °F
weergegeven. Zie
"Eenheden (weergegeven)", op
pagina
3.42.
C. Cruisecontrol
De cruisecontrolindicator gaat branden wanneer de
cruisecontrol is ingeschakeld. De geselecteerde
cruise -snelheid wordt weergegeven. Zie
op pagina
3.16.
D. Laadindicator
De laadindicator toont de hoeveelheid energie die er nog in
het accupakket zit.
E. Rijmodus
Deze locatie laat de rijmodus zien (ECO, STRAAT, SPORT,
REGEN en AANGEPAST). Zie
F. Snelheidsmeter
De snelheidsmeter laat de snelheid van de motorfiets zien.
Dit wordt in kilometer per uur (km/h) of mijl per uur (mph)
weergegeven. Zie
"Eenheden (weergave -opties)", op
pagina
3.42.
3.20
"Meterkwadranten dashboard",
"Cruisecontrol",
"Rijmodi", op pagina
3.13.
G. Verwarmde handgrepen
De indicator voor verwarmde handgrepen gaat branden
wanneer de verwarmde handgrepen zijn ingeschakeld. Zie
"Verwarmde handgrepen (indien uitgerust)", op
pagina
3.17.
H. Bluetooth®-indicator
Deze indicator wordt blauw wanneer een actieve met
Bluetooth® uitgeruste smartphone met de motorfiets is
gekoppeld. Zie voor de koppelingsinstructies
koppelen", op pagina
4.4.
I. Klok
De klok geeft de tijd in standaard- (a.m./p.m.) of
24-uursformaat weer. Zie
J. Lichtsensor
Meet het omgevingslicht om de helderheid van het
dashboard aan te passen in de Auto-modus.
K. Dagteller A of B
Geeft de geselecteerde dagteller weer. Zie
pagina
3.31.
L. Koppelmeter
De KOPPEL meter geeft de hoeveelheid koppel aan die op
het achter wiel wordt uitgeoefend tijdens het versnellen
(uitvoer) of ver tragen (regeneratie).
"Bluetooth®
"Tijd en datum", op pagina
"Dagteller", op
3.38.