Wielen en banden
Controleer beide wielen op het volgende:
Buigingen of barsten.
Stoottekens.
Controleer beide banden op het volgende:
Sneetjes, barsten, splijten of ontbrekende profilering op het
loopvlak of de flanken.
Bulten of bobbels op de band.
Ongelijke slijtage van het profiel. Slijtage aan één kant van
het profiel of kale plekken in het profiel duiden op een
probleem met de band of de motorfiets.
Zichtbare draden of strengen.
Profiel lager dan 1/16 in (1,6 mm).
Als een van de wielen of banden een van bovengenoemde staten
ver toont, dient u het wiel of de band onmiddellijk te vervangen.
Bandenspanning
WAARSCHUWING : Een te lage bandenspanning is een veel
voorkomende oorzaak van bandfalen en kan leiden tot ernstige
scheuren in de band, losraken van het loopvlak, slecht loskomen
van het wiel, een klapband of onverwacht verlies van de controle
over de motorfiets, resulterend in ernstig of dodelijk letsel.
Voorband
248 kPa (36 PSI)
De bandendruk moet voor elke rit worden gecontroleerd en aan
de juiste spanning worden aangepast. De bandenspanning moet
worden gecontroleerd met behulp van een nauwkeurige meter
wanneer de banden koud zijn.
Let op: Een KOUDE band wordt gedefinieerd als een band
waarmee minstens 3 uur niet is gereden.
Let op: Plaats de ventieldoppen altijd terug wanneer u klaar bent
met het aanpassen van de bandenspanning.
Band vervangen
WAARSCHUWING : Vervang de banden ALLEEN door Zero
Motorcycles goedgekeurde radiaalbanden. Zie
op pagina
8.2. Dit zijn de enige banden die zijn getest en
goedgekeurd voor gebruik op de Zero SR/F.
WAARSCHUWING: De montage van niet-goedgekeurde banden kan
leiden tot negatieve behandeling en werkingsproblemen veroorzaken
en de juiste werking van de ABS en MTC in de weg staan.
Algemeen onderhoud
Achterband
248 kPa (36 PSI)
"Specificaties",
6.23