Knippert tijdens het ontvangen van gegevens.
Knippert als het apparaat de harde schijf, het faxgeheugen of het USB-geheugen
(algemeen gebruik) gebruikt.
Brandt of knippert wanneer een fout optreedt en een taak wordt afgebroken.
Cijfertoetsen.
Om cijfers en symbolen in te voeren.
Wist ingevoerde nummers en karakters.
Kiest reeds geregistreerde bestemmingen
en programma's voor verzending.
Bevestigt de cijfers ingevoerd met de cijfertoetsen en
bevestigt het scherm tijdens het instellen van functies.
Werkt net als de [OK]-toets op het scherm.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Geeft het scherm Kopiëren tijdens onderbreking weer.
Beëindigt (meldt af) op het scherm Beheer.
Zet het apparaat in de slaapstand.
Schakelt de slaapstand uit.
Brandt als het apparaat
ingeschakeld is.
Keert terug naar de
standaardinstellingen.
Annuleert of onderbreekt de
lopende afdruktaken.
Start het kopiëren en scannen en het
verwerken bij het maken van
instellingen.
Onderdeelnamen
1
1-3