1550C/1555
Gebruiksaanwijzing
Vóór een isolatietest
De tester is uitgerust met functies waarmee u de test kunt aanpassen
aan uw vereisten. Met deze functies kunt u:
•
een testspanning definiëren
•
een ramptest selecteren
•
een tijdslimiet (duur) instellen voor de test
•
de polarisatie-index (PI) meten
•
de diëlektrische absorptieverhouding (DAR of DAR[CN]) meten
•
de capaciteit meten
Gebruik deze functies zelfstanding of in combinatie. Geef voordat u
een isolatietest uitvoert de gewenste instellingen voor deze functies
op. In dit gedeelte worden de functies besproken.
Vooringestelde testspanning selecteren
Ga als volgt te werk om een vooringestelde testspanning te
selecteren:
1.
Terwijl de tester is ingeschakeld, drukt u op
TESTVOLTAGE (Testspanning) te selecteren.
2.
Druk op
of
om door de opties voor vooringestelde
testspanningen te bladeren (250 V, 500 V, 1000 V, 2500 V,
5000 V en 10 000 V).
De geselecteerde testspanning wordt in de rechterbovenhoek
van het display weergegeven.
10
Een testspanning programmeren
Ga als volgt te werk om een testspanning in te stellen die tussen de
vooringestelde testspanningen valt:
1.
2.
3.
4.
om
5.
Display testspanning
Test Voltage Display
Opmerking
De werkelijke testspanning kan maximaal 10 % hoger
uitvallen dan de door u geselecteerde testspanning.
Druk op
of
om door de opties voor vooringestelde
testspanningen te bladeren (250 V, 500 V, 1000 V, 2500 V, 5000 V
en 10 000 V). Selecteer de spanning die het dichtst bij de vereiste
spanning ligt.
De geselecteerde testspanning wordt in de rechterbovenhoek
van het display weergegeven.
Druk op
.
TV=xxxxV knippert linksonder in het display.
Druk op
of
om de spanning te verhogen en te
verlagen.
Wanneer het juiste spanningsniveau wordt weergegeven, drukt u
op
om naar het functiemenu te gaan.
Druk niet op
. Anders wordt de testspanning teruggezet
naar een vooringestelde spanning.
Opmerking
De testspanning kan maximaal 10 % hoger zijn dan de door u
geselecteerde testspanning.