Het apparaat installeren en configureren > Gebruik van het bedieningspaneel
Gebruik van het bedieningspaneel
Werking paneeltoetsen
1 [Home] (
) toets: Geeft het scherm Home weer.
2 [Gegevens] (
) lampje: Knippert terwijl de machine aan het afdrukken of verzenden/ontvangen is of toegang heeft
tot de harde schijf/SSD. Het licht ook op wanneer er een Taak versturen - FAX wordt verzonden met behulp van
vertraagde verzending.
3 [Opgelet] (
) lampje: Brandt of knippert wanneer een fout optreedt en een taak wordt afgebroken.
4 [Energiebesparende stand] (
5 Aanraakscherm: Geeft de pictogrammen weer voor het configureren van de apparaatinstellingen.
De hoek van het bedieningspaneel aanpassen
De hoek van het bedieningspaneel kan worden ingesteld.
1
) toets: Zet het apparaat in de slaapstand. Schakelt de slaapstand uit.
2-13
2
3
4
5