4.
Open de toegangsklep voor de printkop.
5.
Controleer of de wagen met cartridges niet is geblokkeerd. U moet de wagen mogelijk naar de rechterkant
schuiven.
Verwijder vastgelopen papier of andere objecten die de wagen met cartridges blokkeren.
6.
Zorg ervoor dat de printkopvergrendeling goed is gesloten.
OPMERKING:
gevraagd.
7.
Sluit de voorklep van de printer.
94
Hoofdstuk 7 Een probleem oplossen
Open de printkopvergrendeling niet nadat u de printer hebt ingesteld, tenzij u hierom wordt
NLWW