Wanneer u verbindt met [Voeg draadl. AP toe]
∫
1
Op het scherm afgebeeld in stap
verbinding]" (P126), selecteer [Voeg draadl. AP toe] door op 3/4 te drukken, druk
vervolgens op [MENU/SET].
2
Voer de SSID in van het draadloze toegangspunt waarop u verbindt, selecteer
vervolgens [Inst.].
•
Voor details over hoe karakters in te voeren, raadpleeg
3
Druk op 3/4 om het netwerkauthenticatietype te selecteren en druk op [MENU/
SET].
•
Voor informatie over netwerkauthenticatie, zie de gebruiksaanwijzing van het draadloze
toegangspunt.
4
Druk op 3/4 om het encryptietype te selecteren en druk op [MENU/SET].
•
Het type instellingen dat veranderd kan worden kan variëren afhankelijk van de details van
netwerkauthentificatie-instellingen.
Netwerkauthenticatietype
[WPA2-PSK]/[WPA-PSK]
[Algemene sleutel]
[Open]
•
[Niet coderen] # Er wordt een bericht weergegeven wanneer het draadloze toegangspunt
opgeslagen is.
5
(Wanneer er een optie geselecteerd wordt die afwijkt van [Niet coderen])
Voer de encryptiesleutel in en selecteer [Inst.].
•
Er wordt een bericht weergegeven wanneer het draadloze toegangspunt opgeslagen is.
Wi-Fi
1
van "Wanneer u verbindt met [Handmatige
"
Tekst Invoeren
Encryptietypes die ingesteld kunnen worden
[TKIP]/[AES]
[WEP]
[Niet coderen]/[WEP]
- 127 -
"
sectie op P71.