2. INSTELLING VAN DE PRINTER
2.12 Fijne instelling
printpositie en
printintensiteit
(vervolg)
OPMERKINGEN:
Kies een waarde d.m.v. de
[RESTART] of [FEED] toets.
Het eenmaal indrukken van de
[FEED] toets veroorzaakt een
tonaliteitsverschil van –1 tot –10.
Het eenmaal indrukken van de
[RESTART] toets veroorzaakt en
tonaliteitsverschil van +1 tot +10.
Fijne instelling van de printintensiteit
Thermische transfer
[RESTART]
[FEED]
Druk op de [PAUSE] toets na de instelling van een fijne
aanpassingswaarde of druk op de [PAUSE] toets om dit menu over te
slaan.
Thermisch direct
[RESTART]
[FEED]
Druk op de [PAUSE] toets na de instelling van een fijne
aanpassingswaarde of druk op de [PAUSE] toets om dit menu over te
slaan.
N2-66
2.12 Fijne instelling printpositie en printintensiteit
TONE ADJ.<T> +3
TONE ADJ<T>. +10
TONE ADJ<T>. +9
TONE ADJ<T>. +0
TONE ADJ<T>. -9
TONE ADJ<T>. -10
TONE ADJ.<D> -2
TONE ADJ<D>. +10
TONE ADJ<D>. +9
TONE ADJ<D>. +0
TONE ADJ<D>. -9
TONE ADJ<D>. -10
DUTCH VERSION NO1-33055
Donker
Standaard
Licht
Donker
Standaard
Licht