2. INSTELLING VAN DE PRINTER
2.9.1 Parameterinstelling
(vervolg)
(20) Etiket/Linteinde Functie
Deze parameter bepaalt welke printprocedure zal uitgevoerd worden
nadat een etiket gedetecteerd werd.
Hou de [PAUSE] toets ingedrukt wanneer "<2>PARAMETER SET"
verschijnt tot het onderstaand scherm tevoorschijn komt.
LABEL END TYP1
Kies de gewenste optie met de [FEED] of [RESTART] toets.
[RESTART]
[FEED]
Druk op de [PAUSE] toets om uw keuze te bevestigen.
(21) Maxi Code
Deze parameter bepaalt welke type Maxi Code van toepassing is.
Hou de [PAUSE] toets ingedrukt wanneer "<2>PARAMETER SET"
verschijnt tot het onderstaand scherm tevoorschijn komt.
MAXI CODE TYPE1
Kies de gewenste optie met de [FEED] of [RESTART] toets.
[RESTART]
[FEED]
Druk op de [PAUSE] toets om uw keuze te bevestigen.
N2-26
DUTCH VERSION NO1-33055
2.9 Instelling van werkomgeving
LABEL END TYP1
PROCEDURE 1: Bij de detectie van
een etiketeinde wordt het printen
onmiddellijk stopgezet.
LABEL END TYP2
PROCEDURE 2: Bij de detectie van een
etiketeinde wordt het etiket dat nog niet
volledig geprint werd zo ver mogelijk
afgewerkt en de printer stopt te printen bij het
begin van het volgende etiket.
MAXI CODE TYPE1
TYEP1: in overeenstemming met de
B-X reeks
MAXI CODE TYPE2
TYPE2: in overeenstemming met
aan huis leveringsbedrijven