Video-apparaten aansluiten
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de video-apparaten aansluit op de projector via
videokabels. Voor videopresentaties wordt het gebruik van videokabels aanbevolen.
Deze projector ondersteunt ook (grafische) "PC"-gegevensverbindingen via Wi-Fi.
Videopresentaties via een Wi-Fi-verbinding worden niet aanbevolen. Zie "Draadloze
verbindingen (optioneel)" op pagina 19.
U kunt de projector aansluiten op diverse video-apparaten met een van de volgende
uitgangen:
•
Componentvideo
•
S-Video
•
Video (composiet)
U dient de projector slechts op een van deze uitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een
andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de beschikbare
overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste video-apparaat.
Beste videokwaliteit
De componentvideo-uitgang biedt de beste videokwaliteit (verwar deze uitgang niet met de
composietvideo-uitgang). Digitale TV-tuners en DVD-spelers zenden steeds
componentvideosignalen uit. Gebruik deze uitgang als de gewenste video-apparatuur erover
beschikt.
Zie
"Een componentvideo-apparaat aansluiten" op pagina 23
aansluiten van de projector op componentvideo-apparaten.
Betere videokwaliteit
De S-Video-uitgang biedt een betere analoge videokwaliteit dan de standaard
composietvideo-uitgang. Selecteer de S-Video-uitgang als de gewenste video-apparaten een
composietvideo- én S-Video-uitgang hebben.
Zie
"Een S-Video-apparaat aansluiten" op pagina 24
de projector op S-Video-apparaten.
Goede videokwaliteit
Composietvideo is een analoge video-uitgang met een aanvaardbare kwaliteit. Het resultaat
is echter niet optimaal.
Zie
"Een composietvideo-apparaat aansluiten" op pagina 25
aansluiten van de projector op composietvideo-apparaten.
Audio-apparaten aansluiten
De projector heeft een ingebouwde mono-luidspreker met enkele basisfuncties voor het
geluid bij zakelijke presentaties. Deze luidspreker is niet bedoeld voor het stereogeluid van
thuisbioscopen. Eventuele stereo-geluidssignalen worden omgezet naar monogeluid voor de
luidspreker van de projector.
U kunt zo nodig gebruikmaken van deze luidspreker (gemengd monogeluid) tijdens uw
presentatie en externe luidsprekers met versterker aansluiten op de audio-uitgang van de
projector. De audio-uitgang voert een gemengd monosignaal uit dat u kunt regelen via de
volume- en dempingsinstellingen van de projector.
Als u een apart geluidssysteem hebt, doet u er goed aan de audio-uitgang van het video-
apparaat op dit systeem aan te sluiten en niet op de mono-aansluiting van de projector.
22
Aansluiting
voor informatie over het
voor informatie over het aansluiten van
voor informatie over het