6.
Waarschuwingslampje LAMP (zie
Geeft de lampstatus aan. Brandt of knippert als er een probleem is met de lamp.
7.
Waarschuwingslampje TEMPeratuur (zie
informatie.)
Licht rood op als de temperatuur van de projector te hoog wordt.
8.
Power-lampje (aan/uit) (zie
Brandt of knippert als de projector wordt gebruikt.
3 Links
9.
Rechts 4 (zie
10.
Als het schermmenu niet is geactiveerd, functioneren de knoppen #9 en #10 als
sneltoetsen voor Keystone -/+ (Trapezium).
6 Menu (zie
11.
Hiermee schakelt u het schermmenu (OSD) in.
5 Exit (Afsluiten)
12.
Hiermee slaat u de menu-instellingen op en sluit u het menu.
Als het schermmenu is geactiveerd, functioneren de knoppen #9 t/m #12 als
richtingsknoppen om de gewenste items te selecteren en de instellingen te wijzigen.
13.
Focusring (zie
meer informatie.)
Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan.
14.
Zoomring (zie
meer informatie.)
Hiermee past u de grootte van het beeld aan.
10
Inleiding
"Lampjes" op pagina 49
"Lampjes" op pagina 49
"Keystone (Trapezium) corrigeren" op pagina 29
"De menu's gebruiken" op pagina 34
"Het beeldformaat en de helderheid fijnafstemmen" op pagina 29
"Het beeldformaat en de helderheid fijnafstemmen" op pagina 29
voor meer informatie.)
"Lampjes" op pagina 49
voor meer informatie.)
voor meer informatie.)
voor meer informatie.)
voor meer
voor
voor